» 

dicionario analógico

kontinuïteit; continuïteit; voortzetting; voortduring; voortgang[ClasseHyper.]

actief, activiteit, aktiviteit, bedrijvigheid, bezigheid, drukte, occupatie, werking, werkzaamheden, werkzaamheidaktivnost, radnja, slobodna aktivnost[Hyper.]

blijven .., continueren, doorgaan met, kontinueren, vervolgen, voortgaan met, voortzetten[Nominalisation]

doordrammen, doordrijven, doorreizen, doorzagen, hernemennastavitie - continueren, doorlopen, gecontinueerd, vervolgen, voortbouwen, voortgezet, voortzettennapredovati, nastaviti, nastavljati, produžavati, produžiti, produživati, proslijediti, prosljeđivati - aanhouden, continueren, cultiveren, doorbijten, doordouwen, doordrammen, doordrijven, doorgaan, doorgaan met, doorlopen, doorzetten, houden, lopen, onderhouden, standhouden, verdergaan, verder gaan, volhouden, voortduren, voortgaan met, voortzetten, zo doorgaannastaviti, nastaviti istim načinom, nastaviti s radom, nositi - nastaviti se, nastavljati, nastavljati se, produljiti - doorgaan met[Dérivé]

diskontinuitet, obustava, obustavljanje, prekidanje, prestajanje, prestanak, zaustavljanje[Ant.]

bestendiging, prolongatie, verlengingodržavanje kontinuiteta, otezanje, pomicanje roka, produljenje, prolongacija, prolongiranje - doublure, herhaling, repetitieponavljanje - perseveratie, volhardinginzistiranje, postojanost, tvrdokornost, upornost - abidance (en) - actie, prosecutie, rechtsvervolging, strafvervolging, strafvordering, vervolging - opstanak, ostatak, relikt, zaostatak - vervolgnastavljanje[Spéc.]

diskontinuitet, obustava, obustavljanje, prekidanje, prestajanje, prestanak, zaustavljanje[Défaire]

doordrammen, doordrijven, doorreizen, doorzagen, hernemennastavitie - continueren, doorlopen, gecontinueerd, vervolgen, voortbouwen, voortgezet, voortzettennapredovati, nastaviti, nastavljati, produžavati, produžiti, produživati, proslijediti, prosljeđivati - aanhouden, continueren, cultiveren, doorbijten, doordouwen, doordrammen, doordrijven, doorgaan, doorgaan met, doorlopen, doorzetten, houden, lopen, onderhouden, standhouden, verdergaan, verder gaan, volhouden, voortduren, voortgaan met, voortzetten, zo doorgaannastaviti, nastaviti istim načinom, nastaviti s radom, nositi - nastaviti se, nastavljati, nastavljati se, produljiti - doorgaan met[Dérivé]

bestendiging (n.f.) • hervatting (n.) • kontinuiranost (n.) • kontinuitet (n.) • nastavak (n.) • neprekidnost (n.) • neprekinutost (n.) • stalnost (n.) • trajanje (n.) • trajnost (n.) • vervolgblad (n. neu.) • voortduring (n.f.) • voortgang (n.m.) • voortzetting (n.f.)

-