Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.016s
dar — opgeven - impingir, infligir — in de maag splitsen, op de hals schuiven, opleggen, opschepen - domínio — beheer, beheersing - repassar, repetir, rever — echoën, herformuleren, herhalen, nagaan, naspreken, navertellen, nazeggen, nog eens zeggen, oververtellen, repeteren - desempenho, execução — executie, export, exporthandel, implementatie, tenuitvoerbrenging, tenuitvoerlegging, terdoodbrenging, terechtstelling, uitvoer, uitvoerhandel, uitvoering, voltrekking - imposição — last, oplegging, strafoplegging - efectuar, executar, executar/cumprir — doen, gebeuren, uitvoeren, verrichten, zaken doen - agir — doen, handelen, optreden, tussenkomen - ocupar-se — bezighouden, bezig zijn, liggen, lopen, occuperen, ophouden, staan, zitten - do, make (en) - efectuar — afleggen, doen, gebeuren, teweegbrengen, verrichten, zitten - agir, causar — presteren, volbrengen - despachar — ontslaan, snel afhandelen, wippen - cometer — begaan - make (en) - dar — nemen - part (en) - stichter - abonadora, fiadora — borg, waarborg - caçador — jachtmeester, jachtpaard, jager, jageres, jagermeester, opjager - inventor — uitvinder - arrendador, locador, senhorio — verhuurder, verpachter, verpachtster - gatuno, ladrão, larápio — dief, spion, stropershond, zwendelaar - contador, narrador — commentator, duimzuiger, vertellen, verteller, vertelster - manipulador, operador — degeen die een machine bedient, manipulator, operator - participante — deelgenoot, deelhebber, deelnemer, participant - partido — partij - autor, culpado, culpável, eculpável — bedrijfster, bedrijver, boosdoener, boosdoenster, dader, daderes, pleegster, pleger, schuldige, veroorzaakster, veroorzaker - overreder - filantropo — altruïst, filantroop, filantrope, mensenvriend - queixoso, querelante — aanklaagster, aanklager, eiser, klager, reclamant - envenenador — gifmenger, vergiftiger - abonnee, geabonneerde, inschrijver, leeskop, lezer, ondertekenaar - tentador — verleider - teórico — teoretica, teoreticus, theoretica, theoreticus - torcionário — folteraar, kweller - batedor, perseguidor — jager, sleepboot - utilizador — gebruiker, verbruiker - agente — agens, agent, middel[Domaine]
-