Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.016s
passage, transition — het verstrijken, overgang, overschakeling, switch - déplacement, flux, jeu, mouvement — beweging, omzetting, stroming, translocatie, transpositie, verplaatsing - expédition — campagne, expeditie, veldtocht - circuit, circuit touristique, tour, tourisme, tournée, visite, voyage — bezienswaardigheden bekijken, circuit, omloop, rondgang, rondleiding, rondreis, rondrit, sightseeing, tour, tournee - voyage - quitter - visite — bezoek, huisbezoek, insp., inspectie, inspectiedienst, kerkvisitatie, visitatie, visite - se déplacer, se mouvoir — bewegen, doorreizen, koersen, tijgen, voortbewegen - aller vers, venir — halen, komen - bourlinguer, de la faire randonnée pédestre, errer, se promener, vagabonder — dolen, dwalen, landlopen, omzwerven, ronddolen, ronddwalen, rondtrekken, rondzwerven, trekken, zwalken, zwerven - avancer, continuer, poursuivre — continueren, doorlopen, gecontinueerd, vervolgen, voortbouwen, voortgezet, voortzetten - traverser - aller voir, visiter — bezichtigen, bezoeken, bijwonen, opzoeken - expédition - circulation, passage, trafic — verkeer - passant — passant, passante, voorbijganger, voorbijgangster - touriste, touristique, vacancier — recreant, toerist, toeriste, vakantieganger - visiteur, visiteuse — bezoeker, dwaalgast, gast, gastspeler, iemand die belt, logé, logeergast, slaper, zwerfgast, zwerfvogel[Domaine]
-