Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.031s
aanstelling, benoeming — asignación, denominación, designación, nombramiento - gewaand, vermeend, zogenaamd — presuntamente, pseudo-, seudo- - afstoten, afwijzen, verwerpen — rechazar - offer (en) - presentar, presentarse - opponeren, zich verzetten tegen — contradecir - bezegelen — aprobar algo, autorizar - bekennen, erkennen, toegeven — admitir, confesar, reconocer, reconocerse - klappen, klikken — confesar - getuigen - attest (en) - informeren, inlichten, kennen, mededelen, meedelen, op de hoogte stellen, verwittigen — comunicar, informar - waarschuwen — avisar, notificar - aanraden, adviseren, informeren, inlichten, laten weten, mededelen, waarschuwen — advertir, avisar, comunicar, hacer saber, informar, notificar, participar - justify, vindicate (en) - alluderen, een hint geven, inblazen, laten doorschemeren, preluderen, suggereren, zinspelen — dar a entender, insinuar, ocurrirse, sugerir - berichten, beschrijven, gewagen, melden, omschrijven, rapporteren, vermelden, verslaan — acusar, dar cuenta de/parte de, denunciar, describir, informar, relatar, reportar, señalar - aangeven — comunicar, denunciar, informar, señalar - find, rule (en) - afbeelden, beschrijven, omschrijven, portretteren, uittekenen — decribir, describir, retratar - opzeggen, spreken, uitbrengen, vertellen, zeggen — afirmar, contar, decir, manifestar - zeggen - beweren, pretenderen, verklaren — declarar, declararse, manifestar, manifestarse - beweren — afirmar, alegar, aseverar, declarar - beweren, opkomen voor, verklaren, volhouden — afirmar, aseverar, defender, hacer valer, sostener - volhouden — mantener, sostener - vertellen — asegurar, decir - bepaald — concreto, determinado - ontkenning, pleidooi — alegato, declaración, denegación, guardia - attack (en) - manifesteren, onthullen, openbaren, ten toon spreiden, tonen, uiten — manifestar, mostrar, propalar, revelar - accusatie — acusación, cargo - aanbeveling, aanprijzing — recomendación - attack, blast, fire, flack, flak (en) - kastijding — andanada, increpación, repaso - bronca - correctie — castigo - vermaning — admonición, amonestación - beschrijving, descriptie, tekening — descripción - uitspraak, verklaring — afirmación, declaración, opinión - volkswijsheid — aforismo, aserto, sentencia - bekentenis — afirmación, confesión - declaratie — declaración - depositie, eedaflegging, getuigenis, getuigenverklaring, testimonium — afidávit, Declaración Jurada - rechtvaardiging — justificación - gegronde redenen — causa, motivo, razón - defensie, revindicatie, verdediging, vindicatie — defensa, la defensa, vindicación - ostensive definition (en) - meteorologie, weerbericht, weerkunde, weersverwachting, weersvoorspelling — meteorología, pronóstico del tiempo - prognose, prognostiek, voorspelling — previsión, pronóstico - relativering — salvedad - expressie, interpretatie, vertolking — expresión - duiding, interpretatie, invulling, lezing, opvatting, vertolking, voorstelling, zingeving — interpretación - opklaring, verklaring — aclaración, clarificación, dilucidación, elucidación, esclarecimiento, explanación, explicación - bijbeluitlegging, bijbelverklaring, exegese, schriftverklaring, uitlegging, uitlegkunde — exegesis, exégesis - letter (en) - antwoord, beantwoording, resonantie, respons, response, responsie — respuesta - comeback, come-back, nastoot, rentree, repliek, wederoptreden, weerwoord — reaparición, réplica, vuelta - contra, tegenargument — guardia, impugnación - beeld, beschrijving, verslag — descripción - karakterisering, karakteristiek, karakterologie, karakterschets, kenschets, kwalificatie, plaatsing, typering, typologie, woordbeeld, woordkunst — caracterización, imagen, representación - voorstemmer — sí - loochening, ontkenning — desautorización - intrekking — abjuración, palinodia, retracción, retractación - admission (en) - berichtgeving, rapportage, verslaggeving — cuenta, información, informe, narración, nota, referencia, relación, relato, reseña - información, informe - denotation, indication (en) - accusatie, beschuldiging, incriminatie, telastlegging, tenlastelegging — acusación, denunciación - tegenbeschuldiging — recriminación - debat, disputatie — debate[Domaine]
-