» 

dicionario analógico

aandoen, aantrekken, omdoen, omhangen, omslaan, opzetten, voorbinden, voordoen, zich - extra - extra - gebrild - aanbouwen, bijdoen, bijdragen, bijhalen, bijvoegen, bijzetten, opvoeren, toevoegen, voegen - promotie, promotieartikel, promotie-artikel, reclameartikel - afstelling, afstemming, instelling, opzetting - dichtstoppen, stoppen - verontreiniging, vervuiling, vuil - consignatiegoederen, handeltje, partij - aanloop, het indoen, het invoegen, het invoeren, inlassing, insertie, introductie, introduktie, invoeging, invoering, inworp, tussenvoeging - cannulation, cannulisation, cannulization, canulation, canulisation, canulization, intubation (en) - emballage, het inpakken, verpakking - intramuscular injection (en) - bloedtransfusie, transfusie - achterlaten, overlaten - distributie, spreiding, verbreiding, verspreiding - het verspreiden - depot - depot, opslaan, opslag, repositie - insluiting - annexatie, incorporatie, inlijving - chemoterapie, chemotherapie - bestraling, bestralingsterapie, bestralingstherapie, irradiatie, radioterapie, radiotherapie, röntgenbestraling - application, coating, covering (en) - zalving - uitroking - geil, smering - belichting - muntenkabinet, munt- en penningkunde, numismatiek, penningkabinet, penningkunde - dangling, hanging, suspension (en) - bevolkingsonderzoek, dekking, doorlichting - ligging, oriëntatie, oriëntering, plaatsing, placement, tafelschikking - aanbod, bevoorrading, energiebron, verschaffing - logistiek - packaging (en) - gemeubeld, gemeubileerd - mobilisatie - bewapening, oorlogsmateriaal, wapenleverantie, wapenlevering - herbewapening - quarantine (en) - afgrendeling, afzondering, isolatie, isolering, vereenzaming - puffen - concentration (en) - amendement, wetswijziging - afdichten, dichten, dichtmaken, dichtstoppen, stoppen, tamponneren - uithangen, zweven - inpakken, laden, pakken - in dozen doen, verpakken - belasten, bevrachten, drukken, inladen, laden, opladen - beladen, laden, wegbergen - deponeren, doen, leggen, neerleggen, opstellen, plaatsen, poseren, steken, stellen, stoppen, voorleggen, zetten - naast elkaar leggen, naast elkaar plaatsen - kwijtmaken, kwijtraken, misleggen, verliezen, zoekmaken - enten, implanteren, inenten, inplanten, planten, vastleggen, vestigen - aanplanten, aanpoten, afleggen, beplanten, inplanten, planten, poten - bevestiging, installeren, monteren, opstellen - vaststellen - bezetten, incrusteren, invatten - mooi maken, opsmukken, verfraaien - belichten - bewieroken - bergen, hamsteren, instuwen, laten, opbergen, opslaan, stockeren, stouwen, wegbergen, weghangen, wegleggen, wegzetten - bijeenbrengen, bijeengaren, bijeenkrijgen, laten oplopen, lezen, ophalen, ophopen, oppotten, opsparen, opstapelen, paren, potten, rapen, samenbrengen, verenigen, vergaderen, vergaren, vermenigvuldigen, verzamelen - aanbrengen - deponeren, storten - aanbrengen, aanvoeren, bezorgen, fourneren, leveren, onderhouden, schaffen, toereiken, toevoeren, verschaffen, verstrekken, voorzien, voorzien van - bevoorraden, provianderen, ravitailleren - equiperen, geoutilleerd, inrichten, outilleren, toebereiden, toerusten, uitrusten, uitrusting, verdediging, verweer, voorzien van - overtrekken, stofferen - uitdossen, uitrusten, voorzien - addition, add-on, improver (en) - configurational (en) - coiffure, coupe, frisuur, haardracht, haarsnit, haarstijl, kapsel - begrafenis, bijzetting, graflegging - alluvium, sedimentatie - carbonatie - deposit, deposition (en) - aandrang, samenstroming, toeloop, toevloed - nitrogen fixation (en) - absorptie, inzuiging, opneming, opslorping, opslurping, opzuiging - embolie, inlassing, tussenvoeging[Domaine]

-