Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.031s
doen, kuisen, poetsen, reinigen, reinigend, schoonmaken — limpar - ontdoen van het zich — eliminação - afgraving, exhumatie, opgraving — exumação - piesen , pissen, plassen, urineren, wateren, zeiken — urinar - afscheiden, elimineren, uitscheiden — expelir - afgaan, beren, bouten, drukken, kakken, keutelen, ontlasten, persen, poepen, schijten, uitkakken, uitpoepen, uitschijten — defecar - desinfecteren, ontsmetten — desinfectar - behoud, behoudenis, berging, bezuiniging, heil, ombuiging, redding, uitsparing, verlossing — libertação, redenção, salvamento - bevrijding, emancipatie, gelijkberechtiging, rechtsgelijkheid, verlossing, verzelfstandiging, vrijlating — libertação - laten - helpen — modificar - afnemen, ontheffen - afhalen, losmaken, nemen, ontdoen, verwijderen, wegdoen, weghalen, wegnemen — arrancar, remover, tirar - doen, kuisen, reinigen, reinigend, schoonmaken - afrukken, afscheuren, aftrekken, losrukken, losscheuren, lostrekken, ontfutselen, ontlokken, rijten, uitrukken, uitscheuren, uittrekken, weggraaien, weggrijpen, weggrissen, wegpakken, wegrukken, wegspuiten, wegtrekken — arrancar - doen, kuisen, reinigen, reinigend, schoonmaken - hysterotomie, keizersnede, keizersnee, sectio, sectio caesarea — cesárea, cesariana, parto cesáreo - degradatie — degradação, despromoção - vrijmaken — desimpedir - estripar - uitsluiting - castigeren, kuisen — censurar livros, expurgar livros - exceptie, exclusie, lozing, uitdrijving, uitsluiting, uitzetting, uitzondering — ejecção, exclusão - ophanging, opschorting, schorsing, suspensie — suspensão - emancipatie, ontheffing, ontslag, plichtsvervulling, verzelfstandiging — despedimento, exoneração - reiniging, schoonmaak, schoonmaakbeurt — limpeza - het schrobben — esfregadela - dry cleaning (en) - sterilisatie — esterilização - pasteurisatie — pasteurização - bad — ablução, purificação dos Mahometanos - golfslag, lotie, spoelwater, was, wasbeurt, wasgoed, waswater — roupa lavada/a lavar, roupa suja - afwas, vaat — louça lavada, louça para lavar - regenvlaag - bad — banho - shearing (en) - chip, chipping, splintering (en) - eliminatie, verhuizing, verwijdering — eliminação, mudança - het uittrekken — extracção - ato de malhar, debulha, malha - automutilatie, autotomie, zelfverminking - decontamination (en) - lozing, uitsluiting — eliminação - uitsluiting — eliminação - aderlating, afvoer, bemaling, drain, drainage, draineerbuis, flebotomie, kolk, riolering, rioolput, suatie, waterafvoer — drenagem, esgotos - bank run (en) - castratie — castração - afschaffen, elimineren, uitschakelen, wegwerken — eliminar - flocculeren, zuiveren — purificar - isoleren — isolar - afsluiten, afzonderen, isoleren, opsluiten, retireren, terugtrekken — isolar - ontzilten, ontzouten — dessalinizar - polishing, shining (en) - houtaankap - plasmapheresis (en) - adenoidectomy (en) - blindedarmoperatie — apendicectomia - baarmoederverwijdering, hysterectomie — histerectomia - laminectomy (en) - laryngectomy (en) - borstamputatie, mamma-amputatie, mastectomie — mastectomia - splenectomy (en) - stapedectomy (en) - tonsillectomie, weghalen van de amandelen — amigdalotomia, tonsilectomia - darmspoeling, enema, klisteer, klisteerspuit, klysma, klysteerspuit, lavement — clister - gastric lavage (en) - ontsmetting — desinfecção - vasectomie, vasotomie — vasectomia - placer mining (en) - amniocentese - lumbar puncture, spinal puncture, spinal tap (en) - oogst, oogstfeest, oogstlied — colheita - ontwapening — desarmamento - graaien, grabbelen — desvirtuar, deturpar, distorcer, interpretar mal, sacar, tirar - afkooksel, kooknat — decocção, decocto - opbreken, opdelven, opdiepen, opduiken, opgraven, opvissen, uitspitten — escavar - draw out, extract, pull, pull out, pull up, take out (en) - express, extract, press out (en) - afhangen, loshaken — desenganchar - bekruipen, heenvoeren, wegdragen, wegleiden, wegslepen, wegvoeren — arrebatar - afgieten, filteren, filtreren, uitfilteren, zeven — coar, filtrar - uitzetten, wegdrijven — expulsar - poetsen, schoonhouden, wrijven - doen, kuisen, opruimen, reinigen, reinigend, schoonmaken, wegruimen, zuiveren — arrumar - deleten, gommen, gummen, stuffen, uitgommen, uitgummen, uitvegen, uitvlakken, uitwissen, wissen — apagar - snijden — aparar - clean, strip (en) - verliezen — perder - geraffineerd — refinado - trekken, uitkrijgen — atrair, mover-se - aseptisch — asséptico - aan de kant zetten, afdanken, afhameren, opruimen, uitgooien, wegdoen, weggooien — deitar fora, desprezar, excluir, jogar fora - achterlaten, afkomen, afraken van, afstoten, kwijtraken, kwijt raken, kwijt zijn, ontdoen, ontdoen van zich, van af zijn, van zich afschudden, wegdoen, zich ontdoen van, zich verlossen van — abandonar, desfazer-se de, livrar-se de - doordraaien, intrekken, terugroepen - bevrijden, bevrijden van — livrar - botvieren, in vrijheid stellen, verlossen, vrijgeven, vrijlaten — liberar - afschaffen, supprimeren, tenietdoen — abolir, suprimir - blootleggen, opgraven, uitgraven — exumar/desenterrar - schorsen, suspenderen, uitgesloten, uitsluiten, uitzonderen — suspender - uitloten - evaporativo - aphaeresis, apheresis (en) - aphesis (en) - afgang, ontlasting, stoelgang - centrifugation (en) - afgang, defecatie, ontlasting — defecação, fezes - ontzilting — dessalinização - ellips, samentrekken — elipse - uresis, urinelozing — micção - beneficiation, mineral dressing, mineral extraction, mineral processing, ore dressing, ore processing (en) - ecdysis, rui, ruitijd, vervelling — na muda - eisprong, ovulatie — ovulação - gradering, raffinage, raffinement, verfijning, verrijking — enriquecimento, refinação - ontvolking — despovoamento[Domaine]
-