artefact — artefacto - artikel, handelsartikel, stuk — artículo - etalage, uitstalraam, winkelraam, winkelruit — escaparate, vitrina - luchtbed, luchtmatras — colchón de aire, colchón neumático - altaarstuk — retablo - aluminiumfolie, bladaluminium — papel de aluminio - ergonómico - amfoor, amfora — ánfora - amulet, fylacterion, geloofsijver, godsdienstijver, mascotte, talisman — amuleto, filacteria, talismán - aquarium, terrarium, vivarium — acuario, pecera, vivero - arca, arca de la Alianza - atlas — atlas - achterdoek — telón de fondo - koffer, reistas, weekendtas — bolsa de viaje, fin de semana, valija, velís - bagagewagen — vagón de equipajes - baldakijn — baldaquín, baldaquino - bal — balón, bola, pelota - stembus, urn — urna - baluster — balaustre, balaústre - balustrade, borstwering, leuning, trapleuning, trapstijl — antepecho, balaustrada, balaustre, baranda, barandal, barandilla, parapeto, pasamano, pasamanos, pretil, quitamiedos - baptisterium, doopbekken, doopkapel, doopvont, vont — baptisterio, bautisterio, fuente, fuente bautismal, pila bautismal - bar (en) - fust, ton, tonnetje, vaatje, vat — barril, casco, cuba, pipa, tonel - bodem, grondvlak — base - plint — friso, rodapié, zócalo - balín - bijenkorf, bijenvolk — colmena - jarra, jarra de cerveza - aanplakbord, planket, publicatiebord, publikatiebord, schutting — acaparamiento, amontonamiento, anuncio, atesoramiento, cartelera, valla, valla publicitaria - zeeroversvlag — pabellón pirata - blad, kling — aspa, pala, paleta - amsterdammertje, bolder, bolderpen, korte paal, meerbolder, meerpaal, verkeerspaaltje, verkeerszuil — amarradero, baliza, bita, bolardo, mojón de amarre, noray, poste - gurupés (pt) - broodtrommel, lunchtrommel - cámara, culata, recámara - brug, commandobrug, kommandobrug — puente, puente de mando - briket — aglomerado, briquet, briqueta - broad gauge (en) - aanplakbord, mededelingenbord, prikbord, publicatiebord, publikatiebord, scorebord — cartelera, marcador, tablón de anuncios - ketel — cacerola, caldera, caldero, calderón, calentador de agua, marmita - calumet, vredespijp — calumet, calumet de fumar, calumet de paz - camera obscura - blik, blikje, kan, Sn, tin — bidón, bote, envase, lata - kandelaber — almenara, candelabro - kaarsenhouder, kaarsenstandaard, kandelaar — bujía, cáncana, candela, candelero, cirial, mecho, palmatoria, velador - canopic jar, canopic vase (en) - campingwinkel, kampwinkel, kantine, schaftlokaal - pelsjacht, sjabrak, woningbouw, woonklimaat, woonomstandigheden, woonsituatie, zadeldek, zadelkleed — acorralamiento, caparazón - capsule, doosvrucht, kapsel — cápsula - karaf, waterkan, wijnkan, wijnkaraf — garrafa, jarra - carbon, carbonpapier, doorschrijfpapier, doorslag, doorslagpapier, koolspits, overdrukpapier — copia al carbón - laadruim, onderruim, onderschip, ruim, scheepsruim — bodega, cala - caseta - cartouche, geweerpatroon, huls, patroonhuls — cartela - cariátide - kussensloop — almohada, camisa, funda, funda de almohada - kozijn — caja, camisa, envoltura - katafalk — catafalco, túmulo - katheder — cátedra - reukvat, wierookvat — botafumeiro, incensario - beerput, kiepelton — poza, pozo negro, sumidero, vaciadero - chain (en) - beker, bokaal, kelk, miskelk — cáliz, copa, Crater, vaso - hanger, kroonlamp, lichtkroon, luchter, pendeloque — almenara, candil, lucerna - dambord, schaakbord — tablero de ajedrez, tablero de damas - schaakstuk, stuk — pieza de ajedrez - kabinet, ladenkast — cómoda, tocador - hoenderhok, kippenhok — canoa, caponera, gallinero, pollera - porseleinkast — vitrina - cigar box (en) - kankerstok, peuk, saffie, shagje, sigaret, sjekkie, strootje — cigarrillo, cigarro, cilindrín, papelillo, pitillo, pito - cigarillo, cigarrillo, senoritas, sigarillo, sprietje — bocadito - ronde — círculo, corro, núcleo, recorrido, ronda, rueda, vuelta - circustent, feesttent — carpa, carpa de circo, entoldado, tienda de circo, tienda de fiestas - dassehol, dassenhol, kassei, kasseisteen, kinderhoofd, kinderhoofdje, kinderkopje, straatkei — adoquín - salontafel — mesa de centro, mesita de café - keukenzeef, vergiet — colador, escurridor - biechtstoel — confesionario, confesonario - confetti, vruchtenhagel — confeti - consumptie-artikelen, consumptiegoederen, verbruiksgoederen — artículos de consumo, bienes de consumo - kurk — corcho, tapón - piedra angular - hoek, hoekje — esquina, recodo, recoveco, rincón - haag — hilada - bedekking, bekleding, bekleedsel, kleed — cubierta, envoltura - bat, cricket bat (en) - aardewerk — loza, vajilla - kraaienest, kraaiennest, uitkijkpost — cofa - flesje, potje — aceitera, aceitero, angarilla, cruet set, pimentero, salero, vinagrera, vinagreras - bergkast, kast, kastje, legkast, plankenkast, vliering — alacena, almario, aparador, armario, desván, Vitrina - ambo, bok, erepodium, ereschavot, kansel, katheder, leerstoel, platform, podium, preekstoel, rostra, schavot, sneb, spreekgestoelte, verhoging, zeepdoos, zeepkist — ambón, cátedra, entarimado, estrado, podio, podium, púlpito, rostro, tarima, tribuna - deck (en) - dekstoel, ligstoel, strandstoel — hamaca, tumbona - decker (en) - plateelgoed, plateelwerk — porcelana de Delft - dame-jeanne, dameraan, demi-john, korffles, mandfles, wijnfles — bombona, castaña, damajuana, garrafa, garrafón - dental implant (en) - grondstem — diapasón - autodeur, autoportier, portier - dorpel, drempel, stoep — peldaño, umbral - deuropening, entree, ingang, portaal, toegang — entrada, jampa, portada, portal, puerta - dakkapel, dakvenster, koekoek, zolderlicht, zolderraam — buharda, buhardilla - gebruiksgoederen — bienes duraderos - schietstoel — asiento eyectable - machinekamer — sala de máquinas - entablature — cornisamento, cornisamiento - entree, gang, ingang, inrit, oprijlaan, oprit, toegang, toegangsdeur, toegangspoort — acceso, boca, entrada, entrada de coches - erlenmeyer - etui, foedraal - façade, gevel, pui, straatgevel, straatkant, voorgevel, voortuin — fachada - faience, faïence, majolica, plateel — loza - vleermuisbrander, waaierbrander - fauteuil (en) - barak, lazaret, veldhospitaal — ambulancia, hospital de sangre - archiefkast, klapper, multomap, opbergmap, ordner, ringband, vijl — archivador, archivo, carpeta de anillas, clasificador, cuaderno de anillas, fichero, guardapapeles - haard, haardplaats, open haard, schoorsteen, schouw, stookinrichting, stookplaats — chimenea, fogón, hogar - kunstvuurwerk, vuurwerk — fuego artificial, fuegos artificiales, fuegos de artificio, pirotecnia - pui, trap — escalera, escalinata, tiro - vliegdek — cubierta de aterrizaje - dwarsfluit, gradeerwerk — acanaladura, acanaladuras, canal, canaladura, estría, estriado, estrías - luchtboog, steunboog — arbotante - foot (en) - voordek, voorkasteel, vooronder, voorplecht — castillo de proa - bok, draagstel, frame, geraamte, gestel, omlijsting, raam, skelet, spanraam — armadura, armazón, bastidor, carcasa, encuadramiento, marco, sistema - French window (en) - ameublement, bergkast, hang- en sluitwerk, hang-en-sluitwerk, hangwerk, kast, kastje, meubel, meubelbeslag, meubels, meubelstuk, meubilair, meubilering, meublement, woninginrichting — mobiliario, mueble, muebles, qualifier - romp, vliegtuigromp — fuselaje - futón - gevelspits, puntgevel, topgevel — aguilón, faldón, frontón, gablete, hastial - poort, toegangspoort — camino, de entrada puerta, entrada, pasaporte, portada, portalón, pórtico, puerta, salida, verja - geodesic dome (en) - draagbalk, draagkussen, schraagbalk, steunbalk — carrera, viga - dashboardkastje, handschoenenkastje — guantera - estilo - bladgoud, dukatengoud, goudblad, verguldsel — pan, pan de oro - golfbal — bola de golf - graal, Heilige Graal — grial, santo grial - epitaaf, grafmonument, grafsteen, grafteken, grafzerk, zerk — lápida, lápida mortuoria, lápida sepulcral, losa - geschutkoepel, geschutskoepel — torreta - gyroscoop — giroscopio, giróscopo - deklaag, koorkap, koormantel, pluviale — albardilla, cabezazo, mojinete, remate - harten — copas, corazones - hobbelpaard, schommelpaard, stokpaardje — caballito de balancín, caballito de madera, caballito mecedor - ring, ringetje — anillo, argolla, aro - romp — casco - grondorganisatie, infrastructuur - baar, ongemunt goud, ongemunt zilver, staaf — barra, galápago, lingote, oro, oro/plata en barras, riel - binnenband — cámara, cámara de aire, llanta - ijzerwerk, raambeslag, smeedwerk — herraje - duiveltje in een doosje — caja de resorte, caja sorpresa - jamjar, jampot (en) - fauces, mandíbula - legpuzzel, legpuzzle, puzzel, puzzle — puzzle, rompecabezas - officier, ridder - lampekap, lampenkap — fanal, pantalla, pantalla de lámpara, tulipa - lancet window, scorer knife, scoring knife, scratcher knife (en) - bladveer — ballesta - katheder, lessenaar, lezenaar — atril, facistol - letter case (en) - Liberty Bell (en) - deksel, klep, lid — tapa - produktaanbod — surtido - lota (en) - anderhalve liter fles, magnum — botella de litro y medio - faience, faïence, majolica, plateel — mayólica - pion, speelstuk, steen, stuk — ficha, figura, peón, pieza - krib, kribbe, trog, voederbak, voerbak — comedero, cuadra, pesebre, portal - tapa de registro - buste, ledenpop, leeman, paspop — maniquí - mansardedak — buhardilla - schoorsteen, schoorsteenmantel, schouw — campana, campana de chimenea, chimenea, manto, repisa, repisa de chimenea, repisa de la chimenea - marlijn — merlín - mast, scheepsmast - matras, vlooienbunker — colchón, manso - meiboom — mayo - raampost, raamstijl — parteluz - servet, vingerdoekje — servilleta - net, nettobedrag, netwerk, raderwerk, web — malla, red, retículo - erker — camón, mirador - keuzepakket, package, pak, pakje, pakket, standaardpakket, vakkenpakket, vrachtstuk — atadijo, bulto - panetela - keukenrol — toalla de papel, toallitas de papel - brug — enrejado, enverjado, paralela, paralelas, paralelo, reja - parket — entarimado - afscheiding, binnenmuur, scheidsmuur, scheidswand, tussenwand — divisor, separador, tabique - feesttent, kermistent, legertent, paviljoen — caseta, cenador, pabellón, quiosco, templete, vestuario, vestuarios - basis, grondgetal, grondlijn, grondslag, grondvlak, plint — basamento, contrabajo, fundamento, peana, pie, plinto, solera, zócalo - frontón - área de castigo - plumier - slinger — péndulo - ampul, ampul ''de'', fiool, medicijnflesje — ampolla, frasquito, vial - schilderijlijst, wissellijst — marco - vidriera - halfzuil, liseen, muurpijler, pilaster, wandpijler — pilastra - pin, schroef, vat — broche, insignia, perno - pistoolgreep, revolvergreep - kan — aguamanil - kaart, speelkaart — baraja, carta, naipe - babybox, box, kinderbox, kleurstift, stift, viltpen, viltstift — corral, corralillo, corralito, jaula, parque, parque para niños - gefineerd plaathout, hechthout, multiplex, triplex — contrachapado, madera contrachapada, multilaminar - luchtband — neumático - pommel horse, side horse (en) - achtersteven, spiegel — castillo de popa, toldilla - porselein — china, porcelana - valhek — rastrillo - achterdeurtje, ontsnappingsmogelijkheid, zijingang, zij-ingang — postigo - bloempot — canco, pote - pretorium — pretorio - puck — disco de goma, pelota de hockey sobre patines - marionet, poesjenel, speelpop — fantoche, figura, marioneta, monigote, muñeco, títere - konijnehok, konijnenhok — conejar, conejera, conejero - radarkoepel - vat, vergaarbak, vergaarbekken — depositario, receptáculo, recipiente, vasija, vaso - capsa, reliekhouder, reliekschrijn, relikwieënkastje, schrijn — relicario, teca - velg — llanta - schommelstoel — balancín, hamaca, mecedora - rol — rodillo - koorafsluiting, koorhek - dak - bidsnoer, paternoster, rosarium, rozenkrans, rozentuin, zetlijn — camándula, corona, rosario, sarta de cuentas - catharinavenster, radvenster, roosvenster — rosa, rosetón - round-bottom flask (en) - tafelronde — mesa redonda - samovaar — samovar - sarcofaag, sarkofaag — sarcófago - kookpan, steelpan — cacerola, cazo, cazuela, olla, perola - sauna — sauna - foedraal, schede — funda, vaina - bouwsteiger, steiger, stellage, stelling — andamiada, andamiaje, andamio, castillejo - puerta de tela metálica - kamerzetel, zitje - kamerzetel, zitje, zitmeubel — asiento - wip, wipwap — balancín, bimbalete, subibaja, vaivén - beerput, kiepelton, septictank, septic tank — fosa séptica - servies, serviesgoed — servicio - blad, laken, plaat, plaatje — lámina, sábana - bolsa de compra - boodschappenmand — cesta de la compra - Siege Perilous (en) - bord, naambord, seinbord, uithangbord, uithangteken — cartelera, enseña, letrero, muestra - slaapzak, trappelzak — saco de dormir - microscope slide, slide (en) - futebol (pt) - schotschrift, sisser, voetzoeker — buscapiés, carretilla, petardo - startblok — taco, taco de partida - trap, trede, tree — escalón, peldaño - stoofpan — cacerola, caldereta - stinkbom — bomba fétida - aardegoed, aardewerk, ceramiek, keramiek, steengoed — cerámica, cerámica de gres, gres, loza - bouwconstructie, bouwwerk, constructie, gebouw — construcción, estructura - suikerpot — azucarera, azucarero - schuifdak, zonnedak — capota, techo corredizo, techo solar - ruggensteun, ruggesteun, rugsteun, steun, stut — apoyo, soporte - borduurraam, kruk, krukje, taboeret, tabouret — banqueta, escabel, taburete - chinese puzzle, tangram (en) - beker, bierkan, bierpul, drinkkan, kruik, pul — bock, botija, botijo, cántaro, jarra, jarra de cerveza, jarra para cerveza, pichel, tazón - knuffel, knuffelbeest, knuffeldier, knuffeltje, speelgoedbeer, teddy, teddybeer, troeteldier — osito de felpa, osito de peluche, oso de felpa, oso de peluche, peluche - telefoonpaal, telegraafpaal — poste telegráfico - tipi — tipi - terracotta — terracota - Samian ware, terra sigillata (en) - filete, hebra, hilado, rosca - time capsule (en) - band, buitenband, fietsband, luchtband, wielband — calce, cámara, caucho, cubierta, goma, llanta, llanta cubierta, neumático, rueda, rueda de goma - toiletartikel — artículos de tocador - gereedschapskist, gereedschapstas, timmerdoos — caja de herramientas, caja de las herramientas, herramental - bramzeil — juanete - bovenzeil, marszeil, topzeil — escandalosa, gavia - rodado de oruga - paard van Troje — caballo de Troya - kuip, tobbe, ton, vat, verfkuip — balde, barrica, barril, bidón, bocoy, cuba, tina, tinaja, tonel - dekschaal, terrine — sopera - asurn, grafurn, grafvaas, koffieketel, lijkbus, lijkvaas, urn - beleghout, fineer, fineerplaat, oplegsel — enchapado - vaatje - voting booth (en) - strake, wale (en) - portefeuille — billetera, billetero, bimba, cartera, cartero, cuero, música, pelleja, saña - fonteintje, spoelbak, wasbak, wastafel, wastafeltje — aljofaina, lavabo, lavamanos, palangana - waskom — batea, gamella, tina - papierbak, papieremmer, papiermand, prullenbak, prullenmand, scheurmand — cesto de los papeles, papelera - waterpistool — pistola de agua - bul, bullen, diversen, drogerij, goedje, spullen, spulletjes — artículos diversos, chismes, cosa, cosas, materia, material, miscelánea, sustancia, temas diversos - groothoeklens, wijdhoeklens — objetivo gran angular - WAN, wide area network (en) - Wilton, Wilton carpet (en) - glasraam, kijkglas, licht, raam, raampje, venster, vensterraam — pantalla, ventana - window blind (en) - Windsor chair (en) - botella de vino - breedtedraad, inslag, schietdraad — fundamento, trama - couverture, cover, emballage, kaft, omslag, pakmateriaal, verpakking, verpakkingsmateriaal — embalaje, empaquetadura, envase, envoltorio, envoltura, envolvedero, sobrecubierta - jojo — yoyo, yo-yo, yoyó - lasergun, radarcontrole, snelheidscontrole — control de velocidad - respectblad — guarda - briefpapier, bureaubehoeften, correspondentiepapier, kantoorbehoeften, kantoorbenodigdheden, memo, memoblaadje, postpapier, schrijfbehoeften, schrijfbenodigdheden, schrijfgarnituur, schrijfgereedschap, schrijfgerei, schrijfwaren — papel de carta, útiles de escribir, útiles de escritorio - kentekenbewijs, logboek, reisverslag — cédula, cuaderno de bitácora - bergkristal — cristal de roca, estrás - onderlegger, onderligger, sousmain, vloeiblad, vloeiblok, vloeimap, vloeitje — secante - carbon, carbonpapier, doorschrijfpapier, doorslagpapier, karbon, karbonpapier, kooldrukpapier, overdrukpapier, waspapier — carbón, papel carbón, papel cebolla - bordpapier, karton — cartón, cartulina, pasta - kaart — cartulina - bordpapier, karton — papelón - pasteboard (en) - gewapend beton, staalbeton — cemento armado, hormigón armado - sigarettenpapier, sigarettenvloei, vloei, vloeipapier, vloeitje — hojita de papel de fumar, papel de fumar - recombinant deoxyribonucleic acid, recombinant DNA (en) - papel kraft, papel pardo (pt) - hardglas, triplexglas, veiligheidsglas — cristal de seguridad, cristal inastillable - millimeterpapier, ruitjespapier — papel cuadriculado, papel cuadriculado/milimetrado - kleenex - linoleum, zeil — linóleo, linóleum - armring, hennep, manilla — abacá, cáñamo de Manila, papel de estraza - taco - krantenpapier — papel de prensa - aantekenboek, aantekenboekje, memoblok, notitieboekje, opschrijfboekje — bloc, bloc de notas - closetpapier, klosetpapier, pleepapier, toiletpapier, w.c.-papier, wc-papier — papel higiénico - calqueerpapier, kalkeerpapier, natrekpapier, overtrekpapier, planpapier — papel cebolla - hardboard, houtvezelplaat, spaanderplaat, spaanplaat, vezelplaat — aglomerado, cartón-madera, cartón prensado, contrachapado, madera aglomerada, panel de fibras de madera - inpakpapier, kaftpapier, pakpapier — papel de añafea, papel de embalar, papel de envolver, papel de estraza[Domaine]