» 

dicionario analógico

plaisir de la fête[Classe]

joie et gaîté(blijmoedig; jolig; vreugdevol; blij), (vreugde; blijdschap; blijheid; feeststemming), (grap; scherts; gekheid; grapje; plagerij; bak; gag; gebbetje; geestigheid; joke; koddigheid; plaisanterie; witz; lolletje)[termes liés]

amusement, distraction, divertissement, récréationafleiding, dolce far niente, ontspanning, recreatie, rekreatie, relaxatie, verpozing, verstrooiing, vrijetijdsbesteding[Hyper.]

ébattre, folâtrer, folichonner, gambader, jouer bruyammentaftasten, dartelen, fouiller, fouilleren, keten, ronddartelen, ronddollen, stoeien, uitgelaten zijn, voorbijflitsen, voorbijschieten - cabrioler, faire des cabrioles, gambaderdartelen, ronddansen, rondhuppelen, rondspringen - distraire, divertir, récréer - amuser, jouerspelen[Dérivé]

coquetterie, flirtbehaagzucht, coquetterie, flirt, flirtation, geflirt, koketterie - bêtise, pitrerieabsurditeit, dwaasheid, gekheid, gekkenwerk, gekte, idioterie, idiotie, idiotisme, ineptie, ongerijmdheid, onzin, potsierlijkheid, waanzin, zotheid, zotternij, zottigheid - game (en) - jeu brutalgrapjasserij, grappenmakerij, lolbroekerij, onderbroekelol, onderbroekenlol, wild spel - teasing (en) - jeu de mots[Spéc.]

ébattre, folâtrer, folichonner, gambader, jouer bruyammentaftasten, dartelen, fouiller, fouilleren, keten, ronddartelen, ronddollen, stoeien, uitgelaten zijn, voorbijflitsen, voorbijschieten - cabrioler, faire des cabrioles, gambaderdartelen, ronddansen, rondhuppelen, rondspringen - distraire, divertir, récréer - amuser, jouerspelen[Dérivé]

bokkensprong (n.) • bokkesprong (n.) • cabriole (n.f.) • capriool (n.) • ébats (n.m.p.) • gambade (n.f.) • gambade (n.) • jeux bruyants (n.) • speelwijze (n.f.) • stoeipartij (n.)

-