Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.015s
destruction (fr)[Classe]
decimeren, liquideren, uitroeien, verdelgen, vernielen, vernietigen, wegvagen — aniquilar, destruir, devastar, dizimar, exterminar, massacrar[Nominalisation]
ernstig beschadigen, teisteren, verwoesten — assolar, causar estragos, destruir, devastar - kapotmaken, moeren, mollen, reneweren, ruïneren, stukmaken, verbouwen, verdelgen, vermassacreren, verminken, vernielen, vernietigen, verrinneweren, verruïneren, verwoest, verwoesten — arruinar, destruir, foder - slopen, verdelgen, vernielen, vernietigen — destruir[Dérivé]
cataclysme, catastrofe, mislukking — desastre, fiasco - kill (en) - ravage, strandvonderij — ruína - demolição - afstempeling, uitroeiing, vernieling, vernietiging — aniquilamento, obliteração - decimering — dizimação - self-destruction (en) - neutralização - sabotage — Sabotagem - exterminação, extermínio - holocaust, jodenvervolging, vernietiging — holocausto - kaalslag — demolição de edifícios, escombro - spoliation (en) - straatschenderij, straatterreur, vandalisme, vernielzucht — comportamento de arruaceiro, Vandalismo[Spéc.]
ernstig beschadigen, teisteren, verwoesten — assolar, causar estragos, destruir, devastar - kapotmaken, moeren, mollen, reneweren, ruïneren, stukmaken, verbouwen, verdelgen, vermassacreren, verminken, vernielen, vernietigen, verrinneweren, verruïneren, verwoest, verwoesten — arruinar, destruir, foder - slopen, verdelgen, vernielen, vernietigen — destruir[Dérivé]
destruição (n.m.) • devastação (n.)
-