Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.016s
acte, action — actie, aktie, handeling, rechtshandeling, verrichting[Hyper.]
changer, modifier — fluctueren, gewijzigd, herscheppen, modificeren, muteren, variëren, veranderen, wijzigen, wisselen - altérer, changer, modifier — helpen, veranderen[Dérivé]
entail (en) - revirement complet, volte-face — ommekeer - adultération - délocalisation, déménagement — verhuizing - filtrage - réduction, simplification — afslag, reductionisme, simplificatie, vereenvoudiging - décimalisation — decimalisatie - métrification — versificatie - variation - évolution — zijpad - déspécialisation — belangenspreiding, parallellisatie - changement continuel, flux — voortdurende verandering - changement — draai, ommekeer, schakeling, verandering, verschoning, wissel, wisseling - commutation, échange, substitution — plaatsvervanging, strafvermindering, substitutie, vervanging - promotion — bevordering, promotie, promotieartikel, promotie-artikel, reclameartikel - dégradation, rétrogradation — degradatie - changement d'état - altération, changement, modification — accommodatie, adaptatie, alteratie, assimilatie, bijstelling, modificatie, modifikatie, mutatie, wijziging - déplacement, flux, mouvement — beweging, omzetting, stroming, translocatie, transpositie, verplaatsing - déplacement - geste, motilité, mouvement — beweging, mechaniek - changement de direction - changement de taille - changement d'intégrité - conversion, réaffectation — bekering, conversie, omzetting - actualisation, actuation, mise à jour, réactualisation — bijwerking - changement de forme, déformation - satisfaction — eerherstel, rehabilitatie, tevredenheid, vergenoegdheid, voldoening - nationalisation - communisation - sécularisation - prêt hypothécaire renouvelable - échange, remplacement, renouvellement, substitution — plaatsvervanging, prothese, substitutie, vervanging - rétrogradage - rétrogradation volontaire[Spéc.]
changer, modifier — fluctueren, gewijzigd, herscheppen, modificeren, muteren, variëren, veranderen, wijzigen, wisselen - altérer, changer, modifier — helpen, veranderen[Dérivé]
aanpassing (n.f.) • alteratie (n.) • changement (n.m.) • modification (n.f.) • verandering (n.f.) • wijziging (n.f.)
-