» 

dicionario analógico

hit (en) - interconnection (en) - intersection (en) - aproximação (pt) - concatenação (pt) - convergentie - coming upon, encounter (en) - articulatie - junção, ligação (pt) - fixação, ligação (pt)[Spéc.]

verbinden - connect (en) - aaneensluiten, aansluiten, bijschuiven, invoegen - aaneensluiten, aansluiten, bijschuiven, in verband brengen met, invoegen, passen, samenbundelen, samendoen, samenvoegen, synthetiseren, verbinden, verbinden met, verenen, verenigen - aanknopen, in relatie staan met, in relatie staan tot - verbinden[Dérivé]

aankoppeling (n.f.) • aansluiting (n.f.) • connectie (n.f.) • koppeling (n.f.) • samenkomst (n.f.) • samenkoppeling (n.f.) • samenvloeiing (n.f.) • samenvoeging (n.f.) • schakeling (n.f.) • vastkoppeling (n.f.) • verbinding (n.f.)

-