Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.031s
dwaling; misvatting; misgreep; misslag; vergissing; abuis — ошибка[ClasseHyper.]
falha, insucesso (pt) - deconfiture, echec, faling, fiasco, flop, fout, mislukking, sof, storing, wanprestatie, zeper — перебой, провал[Hyper.]
dwalen, een fout, een fout maken, een vergissing maken, in de fout gaan, mistasten, misvatten, misverstaan, miszitten, vergissen, verspreken, zich misrekenen — заблуждаться, ошибаться - aanmerkingen hebben op, verwijten — придираться - faulty, incorrect, wrong (en)[Dérivé]
i, veeg, vlek — клякса, пятно, пятнышко - verwarring — замешательство, путаница - incursion (en) - beoordelingsfout, inschattingsfout, misrekening, optelfout, rekenfout, telfout, verkeerde berekening — просчёт - vervorming — искажение - ketsstoot, misstoot, schuiver - verwaarlozing — заброшенность, запущенность, пренебрежение - container, deletie, omissie, verzuim, weglating — пропуск - blooper, blunder, broddelwerk, domheid, dommigheid, enormiteit, ezelachtigheid, flater, flodderwerk, gebroddel, gehaspel, gekloot, geklungel, geknoei, gemier, gemodder, gepruts, gestumper, giller, kladwerk, klungelwerk, knoeiwerk, knutselwerk, lapwerk, misgreep, miskleun, misser, misslag, prulwerk, prutswerk, roffelwerk, stommigheid, stommiteit, stupiditeit, uitglijder, zeperd — грубая ошибка, ляп, ляпсус, промашка - warboel — неразбериха, путаница - domheid, dwaasheid, imbeciliteit - kleurverzaking, renonce — отщепенец - buitenspel, off-side - kletskoek[Spéc.]
onjuist — ошибочный[Cont.]
dwalen, een fout, een fout maken, een vergissing maken, in de fout gaan, mistasten, misvatten, misverstaan, miszitten, vergissen, verspreken, zich misrekenen — заблуждаться, ошибаться - aanmerkingen hebben op, verwijten — придираться[Dérivé]
abuis (n.) • blunder (n.m.) • fout (n.f.) • misgreep (n.m.) • misslag (n.m.) • misverstand (n. neu.) • vergissing (n.f.) • ошибка (n.)
-