game (en) - artículo, artículo mercantil — artikel, handelsartikel, lidwoord, stuk - Americana (en) - anacronismo - antigüedad — antiek, antiquiteit, oudheid - bloque — blok, blokje - artículo, artículos, bienes, género, géneros, mercancía — goed, goederen, handel, handelsgoederen, handelswaar, koopwaar, producten, spul, vrachtgoed, waar, waren - cono - cubierta, envoltura — bedekking, bekleding, bekleedsel, kleed - creación — creatie, schepping, werk - decker (en) - adorno, apatusco, decoración, guarnición, ornamento — aankleding, decoratie, ornament, ornement, paruur, sieraad, siersel, verfraaiing, versiering, versiersel - división galvánica de, galvanización - excavación — uitholling - extra, extras — bijverdienste, emolumenten, iets bijkomends, neveninkomsten - género, géneros textiles, paño, tejido, tejidos, tela, textil — doek, kleed, laken, materiaal, stof, stofdoek, stofvod, textiel, textielindustrie, textielnijverheid, textielvezel, weefsel - servicio - encuentro, instalación fija, partido — competitiedag, iets vasts - boya — dobber, vlot - encarte — tussenstuk, vulstuk - utillaje — installatie - lemon, stinker (en) - sedal — lijn - indicador, marca, registro, señal — baken, boei, kilometerpaal, kluister, tekenpen - broma pesada, engaño, trampa — bedrog - abertura, claro — gaatje, gat, opening - acolchado, acolchamiento, almohadillado - restoration (en) - lámina — blad, plaat, plaatje - esfera — bol, bolletje - casilla — hokje, vakje - squeaker (en) - banda, tira — strip - construcción, estructura — bouwconstructie, bouwwerk, constructie, gebouw - oppervlak, oppervlakte, vlak - cosa — ding, voorwerp - ferrocarril, línea de ferrocarril, línea de tren, línea ferroviaria, servicio de ferrocarril, via del ferrocarril, vía férrea — spoor, spoorbaan, spoorlijn, spoorverbinding, spoorweg, spoorwegverbinding, treinverbinding - vía de comunicación — verkeersweg - peso — belasting, belastingdienst, fiscus, gewicht, gewichtsklasse - material de construcción — bouwmateriaal, bouwmaterialen, bouwstof - pavimento — bestrating, vloer - fármaco — bedwelmingsmiddel, drug, intoxicant, narcoticum - depresión, nicho — nis, uithoek - facility (en) - button (en) - capa — laag, laagje, leghen, legkip - ready-made (en)[Spéc.]

artefactual, artifactual (en)[Rel.App.]

natureza, objeto natural (pt)[Ant.]

artefact (n.) • artefacto (n.m.)