Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.0s
estar, ser — bestaan, bevinden, steken, uitmaken, verkeren, vormen, zijn, zitten - estar, haber — bevinden, innemen, ophouden, pozen, toeven, uithangen, verkeren, vertoeven, verwijlen, voorkomen, zijn, zitten[Hyper.]
posição (pt)[Dérivé]
posição (pt)[Dérivé]
schuilen (v. intr.) • schuilgaan (v. intr.)
-