Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.0s
fréquenter[Classe]
frotter, gratter[Classe]
agir ensemble, interagir — coöpereren, op elkaar inwerken, samendoen, samenwerken[Hyper.]
association, complicité — aansluiting, anschluss - association — belangenorganisatie, belangenvereniging, instelling, sportbond, vereniging - compagnon — gabber, -genoot, gezelschapsdame, kameraad, maat, metgezel - époux — gemaal[Dérivé]
joindre — zich aansluiten bij, zich verenigen met, zich voegen bij - fréquenter, sortir, sortir avec, voir — daten, een vaste relatie hebben met, gaan met, kennis hebben aan, omgaan met, omgang hebben met, optrekken met, vaste verkering hebben, verkering hebben met - accompagner — meekomen[Spéc.]
association, complicité — aansluiting, anschluss - association — belangenorganisatie, belangenvereniging, instelling, sportbond, vereniging - compagnon — gabber, -genoot, gezelschapsdame, kameraad, maat, metgezel - époux — gemaal[Dérivé]
affilier (v. pron.) • frayer (v. intr.) • frayer avec qqn (v.) • omgaan (v.)
-