Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.0s
ontzeggen; afslaan; afwijzen; verwerpen; weigeren — proibir; recusar; reprovar[Classe]
faire obstacle à (fr)[Classe]
empêcher (de faire, de se produire) (fr)[Classe]
bevriezing, onderbreking, pauze — congelação, paragem - afdamming - paralização - rustperiode — alto, parada[Dérivé]
embargo (en) - stay (en)[Spéc.]
empêchement (fr)[Nominalisation]
empêcheur (fr)[PersonneQui~]
bevriezing, onderbreking, pauze — congelação, paragem - afdamming - paralização - rustperiode — alto, parada[Dérivé]
beletten (v. trans.) • een einde maken aan • een eind maken aan • een halt toeroepen • interromper (v.) • parar (v.) • pôr fim a • suster (v.) • tegenhouden (v. trans.) • travar (v.) • verhinderen (v. trans.)
-