Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.015s
empêcher (de faire, de se produire) (fr)[Classe]
anticipación - preservatief, preventief, voorbehoedend — preservativo, preventivo, profiláctico[Dérivé]
besparen, sparen, uitsparen — ahorrar - vermijden - afstoppen, belemmeren, bemoeilijken, impediëren, remmen, stuiten — chafar - beletten, doorkruisen, dwarsbomen, een stokje steken voor, frustreren, tegenstreven, tegenwerken, verhinderen, verijdelen — acabar con, contrariar, defraudar, desbaratar, estafar, frustrar, hacer la contra, impedir algo a alguien, llevar la contraria, obstaculizar, poner fin a algo, poner obstáculos - beletten, een einde maken aan, een eind maken aan, een halt toeroepen, tegenhouden, verhinderen — detener, frenar, impedir, parar, poner fin a, retener - assurer (fr)[Spéc.]
anticipación - preservatief, preventief, voorbehoedend — preservativo, preventivo, profiláctico[Dérivé]
afwenden (v. trans.) • beletten (v. trans.) • estorbar (v. trans.) • impedir (v. trans.) • imposibilitar (v. trans.) • letten (v.) • verhinderen (v. trans.) • verhoeden (v. trans.) • verletten (v.) • vermijden (v. trans.) • voorkomen (v.)
-