» 

dicionario analógico

overbrengentransportar[Classe]

vente itinérante et colportage (fr)[termes liés]

dealen, handeldrijven, handel drijven, handelen, zaken doencomerciar, vender[Hyper.]

colportage, straathandel, valkejacht, valkenjacht, valkerijfutilidades, ninharias - boniment, spoed, verkooppraatjeconversa de vendedor, lábia de vendedor - standplaatsponto - aanbrenger, klantenlokker, spinbol, valkenier, weidemolen - colporteur, colporteuse, colportrice, marskramer, parlevinker, straathandelaar, straathandelaarster, straatventer, straatventster, venter, ventstercamelô, vendedor ambulante - contrabandista, narcotraficante, traficante - handelaar, handelsman, koopman, koopvrouwcomerciante, máquina de vender, vendedor - handelaar, handelaarster, handelsman, kleine zelfstandige, koopman, koopvaarder, koopvaardijschip, koopvrouw, middenstander, middenstandster, neringdoende, winkelhouder, winkelhoudster, winkelier, winkelierstercomerciante, fornecedor, mercador, negociante, vendedor - waren-vendável[Dérivé]

colportage (fr)[Nominalisation]

colporteur, colporteuse, colportrice, marskramer, parlevinker, straathandelaar, straathandelaarster, straatventer, straatventster, venter, ventstercamelô, vendedor ambulante[PersonneQui~]

colportage, straathandel, valkejacht, valkenjacht, valkerijfutilidades, ninharias - boniment, spoed, verkooppraatjeconversa de vendedor, lábia de vendedor - standplaatsponto - aanbrenger, klantenlokker, spinbol, valkenier, weidemolen - contrabandista, narcotraficante, traficante - handelaar, handelsman, koopman, koopvrouwcomerciante, máquina de vender, vendedor - handelaar, handelaarster, handelsman, kleine zelfstandige, koopman, koopvaarder, koopvaardijschip, koopvrouw, middenstander, middenstandster, neringdoende, winkelhouder, winkelhoudster, winkelier, winkelierstercomerciante, fornecedor, mercador, negociante, vendedor[Dérivé]

chatinar (v.) • colporteren (v. trans.) • kolporteren (v. trans.) • leuren (v.) • mercadejar (v.) • parlevinken (v.) • pushen (v.) • rondvertellen (v. trans.) • traficar (v.) • uitventen (v. trans.) • vender (v.) • vender pelas ruas (v.) • venten (v. trans.)

-