Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.0s
nager (fr)[Classe]
(vis) — (pescado; peixe)[Classe]
bewegen, doorreizen, gaan, koersen, tijgen, voortbewegen — andar, caminhar, deslocar-se, ir[Hyper.]
het zwemmen, zwemmen, zwemsport — banho, nadada, nadar, natação - bader, zwemmer, zwemster — Nadador, Nadadores - watersporter, zwemmer, zwemster — nadador[Dérivé]
school (en) - emergir - fin (en) - paddelen, pagaaien, peddelen — pangaiar, remar - crawlen - breaststroke (en) - backstroke (en) - skinny-dip (en) - duiken , onderduiken, onderwaterzwemmen — mergulhar[Spéc.]
het zwemmen, zwemmen, zwemsport — banho, nadada, nadar, natação - bader, zwemmer, zwemster — Nadador, Nadadores - watersporter, zwemmer, zwemster — nadador[Dérivé]
boiar (v.) • nadar (v.) • overzwemmen (v.) • zwemmen (v.)
-