Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.0s
voyager — doorreizen, reizen, trekken[Hyper.]
tour — reis, rondrit, sightseeing, tocht, tour, trektocht, trip - balade, excursion, voyage d'agrément — excursie, picknick, plezierreis, plezierreisje, pleziertocht, tochtje, trip, uitje, uitstapje, vakantie, vakantiereis, wandeletappe, zakenreis - voyageur — reiziger - excursionniste — toerist, vakantieganger[Dérivé]
junket, junketeer (en) - bezichtigen, doen - voyager — doorreizen, reizen, trekken - parcourir souvent - faire la navette domicile-travail — forenzen, heen en weer reizen, pendelen - voyager — rondreizen[Spéc.]
tour — reis, rondrit, sightseeing, tocht, tour, trektocht, trip - balade, excursion, voyage d'agrément — excursie, picknick, plezierreis, plezierreisje, pleziertocht, tochtje, trip, uitje, uitstapje, vakantie, vakantiereis, wandeletappe, zakenreis - voyageur — reiziger - excursionniste — toerist, vakantieganger[Dérivé]
doorreizen (v.) • op trektocht gaan (v.) • reizen (v.) • rondreizen (v.) • rondtrekken (v.) • toeren (v. intr.) • trekken (v.) • voyager (v. intr.)
-