» 

dicionario analógico

point (en) - point (en) - point (en) - gradueren, in graden verdelengraduar - coderen - badge (en) - brand, brandmark, trademark (en)[Spéc.]

catalogage (fr)[Nominalisation]

etiket - embleem, herkenningsteken, markeringmarca, nota, señal - epitheton, epitheton ornans, etiket, etiketje, kaartje, kofferetiket, label, plakker, plakplaatje, steekwapen, sticker, vignet, zelfkleveretiqueta, etiqueta adhesiva, marbete, pegata, pegatina, rótulo - aanhangsel, etiketcabo, etiqueta, marbete[Dérivé]

aangeven, aanwijzen, bevlekken, bevlekt worden, kenmerken, markeren, merkenmarcar, poner una señal, señalar[Domaine]

opdrijven, opschroevenhacer subir, subir[Analogie]

bestempelen als (v. trans.) • calificar de (v. trans.) • etiketteren (v.) • etiquetar (v.) • kenmerken (v. trans.) • marcar (v. trans.) • marcar o señalar con una bandera (v.) • markeren (v. trans.) • merken (v. trans.) • tachar de (v. trans.) • tildar de (v. trans.) • van een etiket voorzien (v.)

-