Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.0s
desordem, desorganização — ontreddering, verwarring, wanorde[Dérivé]
dispor, ordenar — ordenen, rangschikken, schikken, structureren, vormgeven[Ant.]
mess up, ruffle, ruffle up, rumple (en) - bagunçar, desarranjar - arrepiar, desalinhar, desembaraçar, desgrenhar, despentear, dilacerar, eriçar, ondular, retorcer, revolver — in de knoop maken, in de war brengen, in de war maken, verfomfaaien, verwarren[Spéc.]
desordem, desorganização — ontreddering, verwarring, wanorde[Dérivé]
dispor, ordenar — ordenen, rangschikken, schikken, structureren, vormgeven[Ant.]
omwoelen (v.) • omwroeten (v.) • verfomfaaien (v.)
-