Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.015s
afhalen, losmaken, nemen, ontdoen, verwijderen, wegdoen, weghalen, wegnemen — remover, tirar[Hyper.]
graafwerk, opgraving, plaagstoot, spitwerk — movimentação de terras, terraplenagem - bulldozer, excavateur, graafmachine, graafwerktuig, graver, grondschuiver, grondverzetmachine, shovel, spa, spade — Escavadeira, escavadora - fouillering, opgraving, site, vindplaats — escavação[Dérivé]
aansnijden, afknippen, opensnijden — cortar, dividir[Analogie]
doorploegen, schaven - woelen — fuçar - doorwroeten, omspitten, spitten — cavar - scheppen, steken — cavar, tirar a pazadas - pleisteren - banen, een tunnel graven — fazer toca, fazer um túnel[Spéc.]
graafwerk, opgraving, plaagstoot, spitwerk — movimentação de terras, terraplenagem - bulldozer, excavateur, graafmachine, graafwerktuig, graver, grondschuiver, grondverzetmachine, shovel, spa, spade — Escavadeira, escavadora - fouillering, opgraving, site, vindplaats — escavação[Dérivé]
gewinnen, ontginnen, winnen — escavar, explorar, minar - blootleggen, steenhouwen, steken, uitgraven — extractar, extrair, tirar pedra - beploegen, doorploegen, omploegen, ploegen, scheuren — arar, lavrar - schoffelen, wieden, zeisen — sachar[Domaine]
opdiepen, opvissen, steken, uitgraven — desenterrar - opbreken, opdelven, opdiepen, opduiken, opgraven, opvissen, uitspitten — escavar[Analogie]
delven (v.) • doorwroeten (v.) • omspitten (v. trans.) • spitten (v.)
-