Conteùdo de sensagent
- definição
- sinónimos
- antónimos
- enciclopédia
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.016s
dicionario analógico
factotum (en)[Domaine]
Stating (en)[Domaine]
uitdrukken, uiten, uiting — expressar/exprimir, proferir, vebalizar[Hyper.]
bekendmaking, dictum, kennisgeving, officiële verklaring, opgaaf, opgave, uitspraak — declaração, declaração pública, descrição - affirmatie, bevestiging, bewering, ja, uitspraak, verklaring — afirmação, asserção, declaração - verwittiging — anúncio, aviso - commentator, duimzuiger, vertellen, verteller, vertelster — contador, narrador - zeggenschap, zegje — direito a pronunciar-se[Dérivé]
zeggen — dizer[Domaine]
in overweging geven, voorleggen — apresentar - deturpar, expor incorretamente, relatar erradamente - antwoorden, beantwoorden, reageren, repliceren, rescriberen, responderen, terugzeggen, terugzenden — responder - inleiden, introduceren, invoeren — introduzir, preceder - declareren, uitspreken, verklaren — anunciar, declarar - articuleren, artikuleren — articular, dizer - get out (en) - beweren, pretenderen, verklaren — declarar - aangeven, declareren — declarar - een opmerking maken, opmerken, signaleren — assinalar, comentar, mencionar, observar, remarcar, reparar - toevoegen — acrescentar - uitleggen, verklaren — explanar, explicar - give (en) - resumir, tornar a somar - aangeven — participar, relatar, reportar[Spéc.]
bekendmaking, dictum, kennisgeving, officiële verklaring, opgaaf, opgave, uitspraak — declaração, declaração pública, descrição - affirmatie, bevestiging, bewering, ja, uitspraak, verklaring — afirmação, asserção, declaração - verwittiging — anúncio, aviso - commentator, duimzuiger, vertellen, verteller, vertelster — contador, narrador - zeggenschap, zegje — direito a pronunciar-se[Dérivé]
zeggen — dizer[Domaine]
dizer (v.) • falar (v.) • opzeggen (v.) • spreken (v. trans.) • uitbrengen (v. trans.) • zeggen (v.)