Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.031s
espérer (fr)[Classe]
prévoir (fr)[Classe]
(expectation; wait) — (wachten; verwachting; wachttijd; afwachting)[termes liés]
factotum[Domaine]
expects[Domaine]
abide, await, wait, wait for — afwachten, antichambreren, opwachten, stilliggen, wachten, wachten op[Hyper.]
anticipation, expectancy — verwachting - waiter - anticipation, expectation - anticipant, anticipative, expectant — vol verwachting[Dérivé]
expect — anticiperen, vooruitlopen[Domaine]
bide — afwachten - expect - anticipate, can't wait, expect, look for, look forward, look forward to, take pleasure in the thought of, wait for — reikhalzend uitzien naar, tegemoet zien, toeleven naar, uitzien naar, voorpret beleven aan, zich spitsen op, zich verheugen op - look to - hang on, hold on, hold the line - anticipate, discount, look for, look to — voorvoelen[Spéc.]
anticipation, expectancy — verwachting - waiter - anticipation, expectation[Dérivé]
expect — anticiperen, vooruitlopen[Domaine]
afwachten (v.) • anticipate (v. trans.) • await (v. trans.) • bargain for • count on (v. trans.) • ergens op verdacht zijn • expect (v. trans.) • incalculeren (v. trans.) • inkalkuleren (v. trans.) • look (v. intr.) • look for (v. trans.) • opwachten (v. trans.) • reckon on (v. trans.) • reckon with (v. trans.) • rekenen op (v. trans.) • rekening houden met (v. trans.) • rely on (n.) • tegemoet zien (v. trans.) • verbeiden (v. intr.) • verwachten (v. trans.) • vlassen (v.) • wachten (v.) • wait (v. trans.)
-