Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.016s
ajuster (une pièce, un élément) (fr)[Classe]
formeren; vormen — constituir; formar[Classe]
disposer des éléments en les combinant (fr)[Classe]
adapteren; bewerken; toesnijden op; geschikt maken; aanpassen; passend maken — acomodar; adaptar-se[Classe]
assembler des choses (fr)[Classe]
fabrication de vêtements et haute couture (fr)[termes liés]
ajuster (adapter des objets ensemble) (fr)[termes liés]
cordage de bateau (fr)[termes liés]
aanpassen, accommoderen, adapteren, conformeren — adequar, ajustar[Hyper.]
adequado, capaz[Rendre+Attrib.]
accommodatie, adaptatie, alteratie, assimilatie, bijstelling, modificatie, modifikatie, mutatie, wijziging — alteração, mudança - aanpasbaar, regelbaar, verstelbaar — ajustável, regulável[Dérivé]
inadaptable (fr)[QuiNePeutEtre]
désajuster (fr)[Défaire]
regulável[QuiPeutEtre]
bankwerker, machinebankwerker — torneador, torneiro[PersonneQui~]
rajuster, réajuster (fr)[A Nouveau]
aanpassing, adaptatie, bewerking, bijregeling, regeling — adaptação, ajustamento, rectificação - ajustage (fr) - ajust, ajut (fr)[Nominalisation]
-