» 

dicionario analógico

restreindre (choses abstraites) (fr)[Classe]

beheersen, checken, controleren, matigen, nagaan, nakijken, nalopen, natrekken, naziencontrolar, limitar, moderar, refrear, restringir[Hyper.]

beknotting, beperking, inperking, limitatie, restrictie, terugdringing, voorbehoudlimitação, restrição - beperkinglimitação, restrição - limiter - boei, harp, keurs, keurslijf, rijglijfalgema, cadeia, grilhOes - grens, limiet, uiterstefronteira, limitação, limite - begrenzing, beperking, gebondenheid, inperking, restrictie, restriktie, tekortkominglimitação - beperkinglimitação, restrição - grens, grenslijn, grensliniefronteira, fronteiras - controller, restrainer (en) - grens, grenslijn, grenslinieborda, fronteira, margem interior - limitação - beperkend, restrictief, restriktieflimitativo, restritivo[Dérivé]

beknotten, binden, breidelen, ketenen, knevelen, knotten, kortwiekenrestringir - tie (en) - gate (en) - een lijn trekkenpôr limites - afbakenen, afgrenzen, afpalen, afperken, afzetten, bebakenen, begrenzen, demarqueren, omlijnen, omschrijven, uitzettenbalizar, delimitar, demarcar, marcar - bedwingen, beheersen, inbinden, inhoudencontrolar - baffle, regulate (en) - belemmerenrestringir - limitar - een einde maken aandominar, restringir - remmen, weerhoudeninibir - aan banden leggen, bedwingen, belemmeren, beteugelen, betomen, bezwaren, inbinden, inhouden, intomen, opkroppen, terughouden, verbijten, weerhoudenconservar, conter, enfrear, entravar, reter[Spéc.]

beperkend, restrictief, restriktieflimitativo, restritivo[Qui~]

beknotting, beperking, inperking, limitatie, restrictie, terugdringing, voorbehoudlimitação, restrição[Nominalisation]

beperkinglimitação, restrição - limiter - boei, harp, keurs, keurslijf, rijglijfalgema, cadeia, grilhOes - grens, limiet, uiterstefronteira, limitação, limite - begrenzing, beperking, gebondenheid, inperking, restrictie, restriktie, tekortkominglimitação - beperkinglimitação, restrição - grens, grenslijn, grensliniefronteira, fronteiras - controller, restrainer (en) - grens, grenslijn, grenslinieborda, fronteira, margem interior - limitação[Dérivé]

bedwingen (v. trans.) • begrenzen (v. trans.) • beperken (v.) • indammen (v. trans.) • inkrimpen (v. intr.) • inperken (v. trans.) • limitar (v.) • limiteren (v. trans.) • restringir (v.) • terugdringen (v. trans.)

-