» 

dicionario analógico

acidose, zuurvergiftigingAcidose, acidosis - alcalose - gewrichtsverstijvingancilose, anquilose - arteriectasia, arteriectasis (en) - asynergia, asynergy (en) - hartstilstandParada Cardiorrespiratória - diverticulose - flux (en) - fluorosis (en) - gammaglobulinopathy, gammopathy (en) - glossolalia (en) - angiopatia - aphagia (en) - estenose - aterogênese - ascite - azymia (en) - bacteremia, Bacterémia - induratie, sclerose, verkalking, weefselverhardingesclerose - lipomatosis (en) - steen, steengruispedra - cartilaginification (en) - blaas, cyste, watergezwelCisto, quisto - adenomiose, endometriose - wegcontact, wegligging - hemocromatose - infarctenfarte, infarto - macrocytosis (en) - fibroseFibrose - malacia (en) - mastopathy, mazopathy (en) - neurose, zenuwziekteneuropatia, neurose - Doenças musculares, Miopatia - botontkalking, ontkalking, osteoporoseosteoporose - priapismo - desmineralização - etteringpiorréia - niervergiftiging, uremieAzotemia, uremia - azoturia (en) - Lesão - Linfadenopatia - gangrena - hyperbilirubinaemia, hyperbilirubinemia (en) - palilalia (en) - refluxo - otorréia - rhinopathy (en) - Hidronefrose - atelectasia - anoxemia (en) - coprolalia (en) - Autoimunidade, Auto-imunidade, Doenças autoimunes - dysergie, dysfunctiedisfunção, função defeituosa, mal funcionamento - Sarcoidose - carotenemia, xanthemia (en) - estase - uropathy (en) - varicosis (en) - Viremia - vólvulo - Artropatia[Spéc.]

diagnosticus, patholoog, patholoog-anatome, patholoog-anatoom, patoloog-anatome, patoloog-anatoompatologista[Dérivé]

kwaal, pathisch, pathologisch, patisch, patologisch, ziek, ziekelijk, ziektedoente, doentio, enfermo, insalubre, mórbido, patológico[Rel.App.]

doença (n.) • pathologie (n.f.) • patologia (n.)

-