Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.016s
plasregen; stortregen — temporal; tempestade[ClasseHyper.]
(drift; nijdigheid; kwaadheid; woede), (woest) — (raiva; fúria; cólera; ira), (violentamente)[Caract.]
hemelwater, neerslag, regen, regenbui, regengordel, regenval, regenzone — chuva[Hyper.]
doordrenken, doorweken, dopen, drenken, indompelen, indopen, inweken, marineren, slempen, weken — demolhar, encharcar, ensopar - doen overstromen, inunderen — inundar - bedelven, bedolven, bestormen, doodgooien, overladen, overspoelen, overstelpen, overstromen — alagar, cobrir com abundáncia, encharcar, inundar - gieten, hozen, kletteren, pijpenstelen regenen, pijpestelen regenen, plasregenen, plensregenen, plenzen, regenen dat het giet, sausen, slagregenen, storten, stortregenen, striemen, zeiken — açoitar, a potes chover, cair a cântaros., chover, chover a cântaros, chover canivetes, chover torrencialmente, qualifier, saraivar - torrencial[Dérivé]
arche de Noé (fr) - diluviaal — diluvial, diluviano - Noach , Noë — Noé - animaux de la Création (fr) - Ararat, Monte Ararat[Thème]
ombrophile (fr) - doordrenken, doorweken, dopen, drenken, indompelen, indopen, inweken, marineren, slempen, weken — demolhar, encharcar, ensopar - doen overstromen, inunderen — inundar - bedelven, bedolven, bestormen, doodgooien, overladen, overspoelen, overstelpen, overstromen — alagar, cobrir com abundáncia, encharcar, inundar - gieten, hozen, kletteren, pijpenstelen regenen, pijpestelen regenen, plasregenen, plensregenen, plenzen, regenen dat het giet, sausen, slagregenen, storten, stortregenen, striemen, zeiken — açoitar, a potes chover, cair a cântaros., chover, chover a cântaros, chover canivetes, chover torrencialmente, qualifier, saraivar[Dérivé]
aguaceiro (n.) • bui (n.f.) • chuvada (n.f.) • chuvarada (n.) • dilúvio (n.m.) • hoos (n.f.) • hoosbui (n.) • luierbroekje (n. neu.) • plasregen (n.m.) • plensbui (n.f.) • plensregen (n.m.) • regen (n.m.) • regenbui (n.f.) • regenval (n.m.) • stortbui (n.f.) • stortregen (n.m.) • tempestade (n.f.) • temporal (n.) • tromba marítima (n.f.) • waterhoos (n.f.) • watervloed (n.m.) • wolkbreuk (n.m.) • zondvloed (n.m.)
-