Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.016s
organisator; organizator; organisatrice; organizatrice — organizador[Classe]
bedenken, concipiëren, ontwerpen, plannen, programmeren, smeden, uitdenken, uitstippelen, van plan zijn, verzinnen, vinden — planear, planejar - uitvinden, verdichten — formular, inventar - de intentie hebben om, intrigeren, kuipen, ontwerpen, ontwikkelen, plannen, programmeren, projecteren, ten doel hebben, tot doel hebben, uitstippelen, van plan zijn, van zins zijn, voorhebben, voornemens zijn, willen doen — ter a intenção de, traçar, tramar - projecteren — desenhar, esboçar, planear - op touw zetten, organiseren — organizar[Dérivé]
intrigant — conspirador - manobreiro - konkelaar, kuiper — intrigante - strateeg, stratege — estratega, estratego - tactica, tacticus — estratega, táctico[Spéc.]
bedenken, concipiëren, ontwerpen, plannen, programmeren, smeden, uitdenken, uitstippelen, van plan zijn, verzinnen, vinden — planear, planejar - uitvinden, verdichten — formular, inventar - de intentie hebben om, intrigeren, kuipen, ontwerpen, ontwikkelen, plannen, programmeren, projecteren, ten doel hebben, tot doel hebben, uitstippelen, van plan zijn, van zins zijn, voorhebben, voornemens zijn, willen doen — ter a intenção de, traçar, tramar - projecteren — desenhar, esboçar, planear - op touw zetten, organiseren — organizar[Dérivé]
ontwerper (n.) • planeador (n.) • planner (n.) • planoloog (n.m.)
-