Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.016s
parent, père ou mère (fr)[ClasseHyper.]
person (en)[Domaine]
parent (en)[Domaine]
família — familie, huisgezin, huishouding, verwanten[membre]
genitor — verwekker[Hyper.]
criar, educar — grootbrengen, koesteren, kweken, opvoeden - ouderschap - dos pais, materno, paternal/maternal — ouderlijk, van de ouders - parental[Dérivé]
criança, filha, filho, menina, menino — kind, koter, loot, spruit[Ant.]
adotante — adoptiefouders, pleegouders - empty nester (en) - pai, painho, papá, papai — grondlegger, huisvader, mevrouw, mijnheer, oudeheer, ouwe, ouweheer, p., pa, pap, papa, pappie, paps, pater, pater familias, pipa, uitvinder, vader, vaderen, vake, verwekker - mãe, progenitora — ma, mam, mama, mammie, mams, moe, moeder, moederlief, moedertje, moes, moesje, ouder - stiefouder - filicida[Spéc.]
criar, educar — grootbrengen, koesteren, kweken, opvoeden - parental - ouderschap[Dérivé]
dos pais, materno, paternal/maternal — ouderlijk, van de ouders[Rel.App.]
criança, filha, filho, menina, menino — kind, koter, loot, spruit[Ant.]
mãe (n.) • moederplant (n.) • ouder (n.) • pai (n.) • progenitor (n.) • stamplant (n.)
-