kat, katje, kattekop, kattenkop, spin, spinnekop, spinnenkop - difamador, maldizente, mexeriqueiro — kwaadspreker, lasteraar, vuilspuiter - alcagüete, contador de histórias, dedo-duro, linguarudo, mexeriqueiro, palrador, paroleiro, pessoa vil, tagarela — axiometer, flapuit, gluiperd, klikspaan, roddelaar, roerverklikker - yenta (en)[Spéc.]

fofocar — bekladden, belasteren, bezwadderen, kletsen, konkelen, konkelfoezen, kwaadspreken, lasteren, roddelen, schandaliseren, zwartmaken[Dérivé]

babbelaar (n.m.) • babbelaarster (n.f.) • babbelkous (n.) • bisbilhoteiro (n.) • kakel (n.) • klep (n.f.) • klepzeiker (n.) • klessebes (n.) • klets (n.) • kletser (n.) • kletskont (n.) • kletskop (n.) • kletskous (n.f.) • kletsmajoor (n.m.) • kletsmeier (n.m.) • kletstante (n.f.) • kwebbel (n.) • kwek (n.) • leuteraar (n.) • leuterkous (n.) • lulmeier (n.) • nieuwsjager (n.) • nieuwtjesjager (n.) • ratel (n.) • rebbel (n.) • roddelaar (n.m.) • roddelaarster (n.f.) • teut (n.) • teutebel (n.) • theetante (n.) • wauwel (n.) • wauwelaar (n.)