Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.015s
instapper, rentenier — vagabundo[Hyper.]
achterblijven, achterliggen, achterstaan, beuzelen, onderdoen, ten achter raken, terugzakken, verbleken — atrasar-se, atrasar-se/para trás ficar - treuzelen — atrasar-se - beiden, de tijd nemen, dralen, dreutelen, lijmen, lijntrekken, neutelen, talmen, teuten, treuzelen, tutten — fazer cera, levar o seu tempo - achterblijven, achterliggen, niet opschieten, slepen, treuzelen — arrastar, arrastar-se, demorar, espalhar-se, vaguear - afsjouwen, afsukkelen, slepen, strompelen — arrastar-se - langzaam, traag — lento[Dérivé]
dreutel, lijntrekker, plantrekker, teut, treuzel, treuzelaar — insolente, retardatário - conservatieveling, lijs, lijzebet, slak, slome, sloompie — bota-de-elástico, cabeça-dura, reacionário - prutser - achterblijven, achterblijver — lanterninha, retardatário[Spéc.]
achterblijven, achterliggen, achterstaan, beuzelen, onderdoen, ten achter raken, terugzakken, verbleken — atrasar-se, atrasar-se/para trás ficar - treuzelen — atrasar-se - beiden, de tijd nemen, dralen, dreutelen, lijmen, lijntrekken, neutelen, talmen, teuten, treuzelen, tutten — fazer cera, levar o seu tempo - achterblijven, achterliggen, niet opschieten, slepen, treuzelen — arrastar, arrastar-se, demorar, espalhar-se, vaguear - afsjouwen, afsukkelen, slepen, strompelen — arrastar-se[Dérivé]
achterblijfster (n.f.) • achterblijvende (n.) • achterblijvenden (n.) • achterblijver (n.m.) • dreutel (n.) • lijntrekker (n.) • luilak • madraço (n.) • malandro • plantrekker (n.) • teut (n.) • treuzel (n.) • treuzelaar (n.)
-