Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.0s
personne qui a peur, manque de courage (fr)[Classe]
poltroon (en)[CeQuiEst~]
afbluffen, aftroeven, overbluffen, overrulen, platwalsen - kruipen voor, kwispelen, kwispelstaarten, voor iemand kruipen, zich vernederen — rastejar - laf — cobarde, covarde, covardemente[Dérivé]
cur (en) - lafaard — covarde, infame - angsthaas, bangerd, bangerik, ei, held op sokken, lafaard, slapjanus, watje, wezel, zeikerd — banana, cobarde, covarde, frango, medricas, medroso - onderbreker — indivíduo medroso, pessoa que treme, poltrão, vibrador - shrinking violet, shy person (en) - angsthaas, bangebroek, bangerd, bangerik, bangeschijter, haasvreter, hazehart, hazenhart, janhen, kakkebroek, labbekak, mietje, pantoffelheld, papkind, papkindje, schijtebroek, schijter, schijterd, schijthuis, schijtlaars, schijtlijster, schijtluis, zeikerd — baitola, boiola, covarde, indivíduo sem energia, maricas - twijfelaar, twijfelkont, weifelaar[Spéc.]
afbluffen, aftroeven, overbluffen, overrulen, platwalsen - kruipen voor, kwispelen, kwispelstaarten, voor iemand kruipen, zich vernederen — rastejar - laf — cobarde, covarde, covardemente[Dérivé]
bloodaard (n.) • cobarde (n.) • covarde (n.) • jakhals (n.m.) • laf (n.) • lafaard (n.) • lafbek (n.) • medricas (n.) • platbroek (n.) • poltrão (n.)
-