benefactress (en) - bondsman, bondswoman (en) - donateur, donatrice, donor, geefster, gever, schenker, schenkster — ; doador, Apresentador de Televisão, Apresentadores de televisão, doador - donor, gever — doador - fada madrinha - Samaritaan — samaritano - maatschappijhervormer, wereldhervormer, wereldverbeteraar — humanitário - bevrijder, bevrijdster, verlosser — libertador - accommodator, obliger (en) - ofertante - doopmoeder, meter, peetmoeder, peettante, petemoei, sponsor, steun, stut — fiador, padrinho, patrocinador, Patrocinio - broodwinner, kostwinner — sustento - redder, redster, verlosser — salvador - sparer (en) - tio[Spéc.]

bedienen, bijstaan, gerieven, helpen, hulp verlenen, meehelpen, meewerken, pousseren, van dienst zijn, vooruithelpen — ajudar, assistir, auxiliar, ser útil - bijdragen aan, bijdragen in, bijdragen tot, deelnemen aan, deelnemen in, een bijdrage leveren aan, mededelen, meedelen, meedoen, meedoen aan, meewerken aan, participeren in, tegemoetkomen in de kosten, zich opgeven voor — ajudar, concorrer, contribuir a, contribuir para, entrar em, participar em, tomar parte em[Dérivé]

assistent (n.m.) • begunstiger (n.m.) • begunstigster (n.f.) • benfeitor (n.m.) • doador (n.) • helper (n.m.) • helpster (n.f.) • hulp (n.f.) • onderzoeksassistent (n.) • weldoener (n.m.) • weldoenster (n.f.)