unité de longueur anglo-saxonne (fr)[Classe]

unité de capacité anglo-saxonne (fr)[Classe]

arme d'origine britannique (fr)[Classe]

británica; británico — Brit; Britse[Classe]

histoire de la Grande-Bretagne (fr)[Thème]

vie politique et institution de Grande-Bretagne (fr)[Thème]

empire colonial britannique et Commonwealth (fr)[Thème]

Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d'Irlande du Nor (fr)[termes liés]

archipel et île possession de la Grande-Bretagne (fr)[Appar.Pol]

royaume constitutif du Royaume-Uni de G.B. (fr)[Situé]

comarca; territorio; zona; región — streek; gouw; regio; gebied; landstreek; gewest[Situé]

ville de Grande-Bretagne et d'Irlande du Nord (fr)[Situé]

Blighty (en)[Spéc.]

Rio Tyne (pt) - Canal de Bristol (fr) - Canal do Norte (pt) - Mar del Norte — Noordzee - Canal St-Georges (fr) - Mer Celtique (fr) - Bretaña, Gran Bretaña — Verenigd Koninkrijk[Situé]

Faraday (fr) - Fossil Bluff (fr) - Gibraltar — Gibraltar - Halley Bay (fr) - Hongkong, Hong Kong, Hong-Kong — Hongkong, Hong Kong - Irlanda del Norte — Noord-Ierland - Rothera (fr) - Signy (fr)[Appar.Pol]

británico — Brits[Rel.]

britânico (pt)[Dérivé]

Inglaterra — Eng., Engeland - Escocia — Schotland - Gales, País de Gales — Wales[Desc]

condensado, en una maceta, en un cacharro, en un tarro, resumido — beknopt, pot{#169} - avispado — glad, uitgeslapen - astuto, ladino — geslepen, listig, slim, sluw - dinky (en) - guapetona, mona - non-U (en) - u (en) - starkers (en) - bizco - alegre — levenslustig - simple resfriado - guay - pata coja — kreurel, lam, mank - all-mains (en) - stinkend - severísimo — enorm, geweldig, kolossaal - agresivo, borde, grosero — nijdig - po-faced (en) - algo hambriento — hongerig - casi no firme, debilucho — slap, zwak - chiflado, pirado — gek - colosal — kolossaal - long-dated (en) - kortstondig - para llevar — om mee te nemen - redbrick, red-brick (en) - guarro - portvrij - gratuito — extra - contento, feliz — gelukkig, gelukzalig - trepador — gewichtig, overdreven, positiebewust - toffee-nosed (en) - asignatura principal, especialidad — hoofdvak - jongere, klein - billion (en) - trillion (en) - tod (en) - de mala sombra, puñetero - bolshy, stroppy (en) - brillante, excelente — voortreffelijk - spiffing (en) - pistonudo — prima - deteriorado - gobsmacked (en) - jiggered (en) - buttoned-up (en) - Brummagem (en) - valor catastral — belastbaar, belastingplichtig, cijnsplichtig, schatbaar - agotado, cansado, deshecho, destrozado, estar agotado, estar agotado/exhausto/destrozado/reventado, fatigado, hecho polvo, molido, muerto de cansancio, rendido — afgepeigerd, afgewerkt, bekaf, doodmoe, doodop, hondsmoe, moe, uitgeput, vermoeid - estar para el arrastre — doodop, kapot - manky (en) - tinpot (en) - viciado — benauwd, zwoel - para el arrastre - cacao, chapucería, chapuza, confusión, enredo, follón, lío — warboel - coladura, metedura de pata, plancha - clawback (en) - lucky dip (en) - rustication (en) - perambulation (en) - zonegrens - excursión en poni, trekking — het maken van trektochten op ponies - fútbol-rugby, rugby — rugby - juego de pelota inglés — kaatsspel - billar inglés - rifa, tómbola — loterij, tombola - ludo, parchís — menserger-je-niet, mens-erger-je-niet - juego del tejo - caja de sorpresas — grabbelton - piss-up (en) - broma pesada, engaño, novatada, trampa, trampa, engaño — bedrog - pantomima — gebarenspel, gebarenspeler, kindermusical, mimespeler, pantomime - doddle (en) - consejera, consejero, ministra, ministro — minister, ministerschap - dirección - cálculo de costes — kostenberekening, kostprijsberekening, nacalculatie - Ministry of Transportation test, MOT, MOT test (en) - fire watching (en) - snogging (en) - zizz (en) - square-bashing (en) - rub up (en) - shufti (en) - quedarse un rato más en la cama - point duty (en) - bijstand, RWW - boot sale, car boot sale (en) - surveillance - follones - knokpartij - huelga de celo, huelga simbólica — langzaam-aanactie, langzaam-aan-actie, langzaam-aan-aktie, modelactie, prikactie, prikaktie, stiptheidsactie - Batalha da Grã Bretanha, Batalha da Grã-Bretanha (pt) - carretera nacional — rijksweg, verkeersader - achterste bank - bar (en) - oficina de apuestas - bolsa del cubo de la basura - boot (en) - bottle bank (en) - eethuis, eettent - calzada, carril — rijbaan - tramo de carretera donde está prohibido detenerse — autoweg, stopverbod - aparato para trepar, pórtico de escalada — klimrek - sala común, salón — docentenkamer, groepsruimte, koffiekamer, leraarskamer, lerarenkamer - escritório (pt) - granja arrendada - crossbench (en) - delf (en) - camisolín — kattebak, kattenbak, plastron - marmita — veldpotje - botón, mango, manilla, perilla, picaporte, pomo, tirador — deurklink, deurknop, deurkruk, handvat, klink, kruk - Elastoplast (en) - bombillas de colores - rasera - loods - plataforma - bar - front bench (en) - fruit machine (en) - paraguas — paraplu, plu, regenscherm - glebe house (en) - frutería — fruitwinkel - greengrocery (en) - sala de oficiales - Guido (pt) - capa - pasador - casa de estudiantes, colegio mayor, residencia, residencia de estudiantes, residencia estudiantil — studentenflat, studentenhuis - arcén — vluchtstrook - carretera — hoofdweg - home-farm (en) - calcetería — breiwerk - hiper, hipermercado — hypermarkt, weidewinkel - jobcentre (en) - "lido" — badstrand, buitenbad, openluchtbad, openluchtzwembad, strandbad - life office (en) - portería — loge - L-plate (en) - desván, trastera, trastero — rommelkamer, rommelkot - chubasquero, impermeable - fresquera - callejuela con antiguas caballerizas reconvertidas en viviendas — gemauw, gemiauw - camioneta de reparto - microtaxi - minicar (en) - iglesia conventual — kapel, kloosterkapel, kloosterkerk, monasterium, munster - mod con (en) - parte izquierda — linkerkant, linkerzij, linkerzijde - bata, braga, buzo, chándal, guardapolvo, jardinera, jogging, mameluco, mono, overol, pantalón con peto, pantalón de peto, pants, peto, sudadera — jasschort, ketelpak, mouwschort, overal, overall, tuinbroek, werkpak - Oxbridge (en) - coche-patrulla - cubilete — kroes - meubelmagazijn, meubelzaak, verhuisauto, verhuiswagen - anorac, anorak, cazadora — anorak, parka, windbreker, windjack, windjak, windjekker - paternóster — paternosterlift - pelican crossing (en) - brievenbus, ronde brievenbus - speelgoedkist - zapatillas de deporte — gymnastiekschoen, gympie, gympje, gymschoen - desagüe — gootsteengat - enchufe, toma, toma de corriente — stopcontact - cervecería, pub, taberna, tasca — bar, bierhuis, café, cafeetje, drankhol, dranklokaal, herberg, kajuit, kroeg, pub, saloon, schenklokaal, staminee, stammenee, tapperij, taveerne - apartadero, restaurante de camino, restaurante de carretera - cestita — spanen mandje - push-bike (en) - ventanilla - pista, pista de automovilismo, pista de carreras — circuit, racebaan, racecircuit - redbrick university (en) - barca de remos, bote — pieremachochel, roeiboot - antecocina, fregadero, oficio, recocina, trascocina — bijkeuken - tijeras de perfilar, tijeras de podar — heggeschaar, snoeischaar - sheeprun, sheepwalk (en) - furgoneta — combi, combinatiewagen, stationcar - skid lid (en) - slipschool - slip carriage, slip coach (en) - slop basin, slop bowl (en) - castillo — kasteel - metralleta Sten - cámara acorazada — bankkluis, brandkluis, kluis - consulta, consultorio, gabinete de consulta — artsenpraktijk, dokterspraktijk, huisartsenpraktijk, huispraktijk, spreekkamer - tannoy (en) - merendero, mojado/empapado de lágrimas, salón de té — betraand, coffeeshop, espressobar, koffiebar, koffiehuis, koffieshop, lunchroom, tearoom, theehuis, theesalon, theeschenkerij - casa alineada, casa doble, vivienda adosada — rijtjeshuis, tussenwoning, twee onder een kap - titfer (en) - estuche de aseo, neceser — toilettas - tuck box (en) - tuck shop (en) - arpillera — ondertapijt, viltpapier - arcén, borde, margen, vera — berm, groenstrook, wegberm - villa - pantalla, unidad de presentación visual, unidad de visualización — beeldscherm - aljofaina, jofaina, lavatorio, palangana — lampetkom, lavabo, wasbak, waskom, wastafel - Norfolk wherry, wherry (en) - wincey, winsey (en) - winceyette (en) - premio de consolación - workhouse (en) - certeza - beastliness (en) - cobblers (en) - napias, porra — gok - cara, coco, faz, figura, fisonomía, hocico, jeta, pico, rostro, semblante — aangezicht, bek, bovenkamer, fysiognomiek, fysionomie, gelaat, gelaatkunde, gezicht, smoel, smoelwerk, tronie - coco — bol, hoofd, kop - nous (pt) - moeilijk iets - snorter (en) - tufillo, tufo — lucht, stank - wheeze (en) - Thatcherismo (pt) - fabianismo - draadomroep, kabelomroep, radiodistributie - royal charter (en) - Higher National Diploma, HND (en) - lista honorífica - lista de tareas, lista de turnos — rooster - colecta — collecte, geldinzameling, omhaling - book coupon, book token (en) - pedido, sangrado — exportorder - colour supplement (en) - algarabía, bobadas, chino, chorradas, farfulla, galimatías, jerigonza, monserga, tonterías — klinkklare onzin, koeterwaals, nonsens, onzin, rotzooi - embarullo - información - código de circulación, norma de circulación, reglamento de la circulación — Britse verkeersreglement, verkeersregel, verkeersregels, verkeersreglement, verkeersvoorschrift - Bachelor of Medicine, MB (en) - licenciatura de categoría superior — cum laude, met lof - first, first-class honours degree (en) - double first (en) - stormbal, stormsein - ticktack (en) - charretera - trad (en) - skiffle - gekibbel - green paper (en) - prang (en) - bunfight, bun-fight (en) - jolly (en) - Maundy (en) - burnup (en) - race meeting (en) - zizz (en) - chucherías, golosinas — zoetigheid - harina normal - harina integral de trigo — tarwemeel - Fanny Adams (en) - merienda-cena — copieus souper, rijkelijk souper - hora de la merienda, hora del té, lonche, merienda, onces — thee, theetijd - comilona - almuerzo — broodmaaltijd - estofado — jachtschotel - azúcar en polvo, azúcar extrafino — poedersuiker - mão de criança, peso russo, pudim, sobremesa (pt) - tipsy cake (en) - erwtenstamppot - roly-poly, roly-poly pudding (en) - suet pudding (en) - spotted dick (en) - tart (en) - Eccles cake (en) - Christmas cake (en) - simnel (en) - pastas de té — theebeschuitje - bizcocho, galleta, galletita — biscuit, biscuitje, biskwie, biskwietje, kaakje, koekje, koekje ''o'' - Victoria sandwich, Victoria sponge (en) - crema de limón - longaniza - polony (en) - banger (en) - salchicha seca muy sazonada — cervelaatworst - bocata — compagnon - hasty pudding (en) - Victoria plum (en) - whitefish (en) - rock salmon (en) - veekoek - salsa mayonesa — slasaus - crema coagulada - melado, melaza — stroop, triakel - bubble and squeak (en) - pastel de carne picada y puré de patatas - plato de pescado desmenuzado — kedgeree - "bitter" - pale ale (en) - vino peleón — bocht - vino del rin — haam, rijnwijn - sundowner (en) - scrumpy (en) - taza de té — kopje thee - gob (en) - al-Muhajiroun (en) - National Trust, NT (en) - Special Branch (en) - recuperação de informação (pt) - servicio oficial de topografía - admass (en) - Commons, third estate (en) - S.A., sociedad anónima — B.V., BV, BVBA, N.V., Naamloze Vennootschap - slate club (en) - skiffle group (en) - reüniediner - comilona - certamen de whist - direct-grant school (en) - escuela normal de profesores — praktijkschool - Open University (en) - consejo privado — geheime raad - junta de empresa — bedrijfsorganisatie, o.r., ondernemingsraad, OR - parlamento — parlement, praatbarak, volksvertegenwoordiging - havendienst, heemraadschap, waterschap - comissão investigadora (pt) - Central Intelligence Machinery, CIM (en) - Serviço Aéreo Especial (pt) - MI6, MI-6 (pt) - MI, Military Intelligence Section 5, Security Service (en) - Almirantazgo — admiraliteit - county council (en) - British Cabinet (en) - gabinete en la sombra, gobierno fantasma — schaduwkabinet - Lords Temporal, second estate (en) - legación — gezantschap - amarillo, prensa del corazón, prensa sensacionalista — boulevardpers, roddelpers, schandaalpers, sensatiepers - internaat, kostschool, pensionaat - hilera de casas — aaneengesloten huizenrij - bosquecillo — bosje - desmadre, juerga, movidón - autoridades locais (pt) - brezal — hei, heide, heidegrond, heideveld - pancismo - capital de un condado - bloques de viviendas, urbanización - stockbroker belt (en) - condado (pt) - verboden gebied - puesto — standplaats - new town (en) - voorhaven - dicht woud - Brittannië, Groot-Brittannië - Home Counties (en) - valle — dal, vallei - charca, charco, estanque, laguna, pantano — meertje, poel, ven, vijver, waterpoel - anglosajón - tasador — taxateur - diputado — backbencher - berk (en) - científico — geleerde - rector — bondskanselier, hoofd van een universiteit, kanselier, rijkskanselier - Chief Constable (en) - clever clogs, clever Dick (en) - valsemunter - Blimp, Colonel Blimp (en) - portera, portero — portier, portierster - agente de policía, guardia, policía — agent - organizador — voorzitter - crossbencher (en) - alborotador, alborotadora, amotinada, amotinado — relschopper, reltrapper, robbedoes, wilde, wildebras - señor don - fire watcher (en) - frontbencher (en) - frutero — fruithandelaar - verdulera, verdulero — groenteboer, groenteman, groentevrouw - guvnor (en) - asistenta — huishoudhulp, hulp in de huishouding - Hooray Henry (en) - inquiry agent (en) - interno, médica adjunta, médico adjunto, médico interno — assistent-arts, co-assistent, interne arts, internist, specialist in opleiding - celador, celadora, guardián, guardiana, supervisor, supervisora, vigilante — opzichter, opzichteres, surveillant, surveillante, toezichthouder, toezichthoudster - opperrechter - kerb crawler (en) - dama, dama noble, hidalga, lady, noble, paresa, señora — dame, edele, edelman, edelvrouw, lady, vrouw van adel, vrouw van een pair - land agent (en) - linendraper (en) - lollipop lady, lollipop woman (en) - Lord Chancellor, Lord High Chancellor (en) - colega, compadre, flaco, güey, mano, parce, tío — kerel - mercero - mod — modieus persoon - muffin man (en) - nan (en) - copper's nark, nark (en) - Clientes de Usenet (pt) - funcionario, oficial — ambstbekleder, ambtenaar - confeccionador, confeccionista - agente parlamentario - patrial (en) - noble, par — edele, edelman, gelijke, leeftijdgenoot, pair, peer - par del reino - arribista - guardagujas — wisselwachter - chacinero, charcutero - barman - preceptor — leermeester - cantinero, patrón/dueño de un bar, tabernero — tollenaar - presentador, presentadora, presentador de un concurso, presentador de un concurso de preguntas y respuestas — quizleider, quizleidster, quizmaster, showmaster, spelleider, spelleidster - chusquero - chusquero - contribuyente — belastingbetaler, belastingschuldige - recorder (en) - redcap (en) - verhuizer - escrutador - rocker — rock-'n-roller, rocker - sandboy (en) - scrimshanker (en) - escrutador, escudriñador — stemopnemer - settler (en) - sir - estudiante del último año del bachillerato — abituriënt, abituriënte, eindexamenkandidaat, eindexamenkandidate - fregona — assepoes, huissloof, sloof - slopseller, slop-seller (en) - minifundista — kleine boer - sod (en) - chanchullero - sprog (en) - sprog (en) - hacendado, propietario, terrateniente - estipendiario — politierechter - agiotista - stone breaker (en) - alférez de navío — onderluitenant - sufragista — suffragette - supersoplón - jefe supremo - tallyman (en) - teddy, teddy boy - Thatcherite (en) - ticket tout, tout (en) - stadbewoner, stedeling - proveedor — proviandschip - wally (en) - moraco, negro, sudaca - Wykehamist (en) - reacción en cadena — domino-effect, domino-effekt, kettingreactie, kettingreaktie - onda normal — middengolf - planta de maceta - ratables, rateables (en) - chacra, microfundio, minifundio, parcela — kleine boerderij - kroondomein - huurcompensatie, huursubsidie - alquiler nominal - compra a plazos — op afbetaling - subsidio de enfermedad — ziekengeld, ziektegeld - kerstpakket - council tax (en) - contribución municipal, impuesto municipal, impuestos municipales — gemeentebelasting - poor rates (en) - base rate (en) - refresher (en) - canon sobre el agua — leidinghuur - cuenta de giro, cuenta de giro postal — giro, girorekening, postrekening - cheque postal — betaalkaart, betalingsopdracht, giro, giroafrekening, giro-afrekening, giroafschrift, girobetaalkaart, girocheque, girodienst, girokaart, girootje, kascheque, postcheck, postcheque, postcheque-en-girodienst, postcheque- en girodienst - diez peniques - tres peniques — drie stuivers - seis peniques — schelling - Maundy money (en) - pago — aandeel, actie - transport - Premium Bond (en) - Civil List (en) - last (en) - quarter (en) - pulgada — duim, establishment, inch, machthebber, machthebbers, regeringspartij - percha, vara - vos - 348 kg, unidad de peso que equivale a 6 — 6.35 kilogrammes - bugger all, Fanny Adams, fuck all, sweet Fanny Adams (en) - mil millones — miljard - billón — biljoen - trillón — biljoen, triljoen - cuatrillón - afzakkertje - poverty trap (en) - tortícolis — verdraaiing, verrekking - dog's breakfast, dog's dinner (en) - appro (en) - ¡desgraciadamente!, ¡otra vez será!, mala pata, mala suerte — helaas, ongeluk, pech, pech! - ¡qué olor, .!, cargado — bedomptheid, mufheid - ratability, rateability (en) - papeles — paperassen - town gas (en) - gasóleo — diesel, dieselolie - clunch (en) - alcohol de 90 - vacaciones a mediados del trimestre — halverwege studiesemester, halverwege studietrimester - vac (en) - 5 de Novembro (pt) - Guy Fawkes Day (en) - sell-by date (en) - primer día a efectos contables - guest night (en) - rag, rag week (en) - rag day (en) - día de San Esteban, segundo día de Navidad — tweede kerstdag - Poppy Day, Remembrance Day, Remembrance Sunday (en) - día de reparto de premios - year dot (en) - sueñecito — slaap - question time (en) - atascarse, dar sacudidas, sacudirse, temblar — doorschudden, omschudden, rammelen, schudden, stokken - lijntrekken - baile marinero - admissie, toelatingsexamen - swiz (en) - dekko (en) - repetición de la jugada - carretera de cinturón, carretera de circunvalación, cinturón de ronda, circunvalación, desviación, ronda, vía de circunvalación — bypass, randweg, ringbaan, ringweg, rondweg - bandeja de horno — bakplaat - salpicadero, tablero — dashboard - ironmongery (en) - cadeia, presídio, prisão (pt) - cebra, paso cebra, paso de cebra, paso de peatones — zebrapad - cajón de arena — zandbak - compresa, paño higiénico, venda higiénica — damesverband, maandverband - cabina de señales — blokhuis, seinhuisje, seinpost - audiência, platéia (pt) - carril de tranvía, coche de tranvía, tranvía, tren, trole — bagagerijtuig, bagagewagen, bagagewagentje, inslagzijde, steekwagen, tram, tramwagen, tramweg, wagentje, witkar - jersé, jersey, suéter — sweater, sweatshirt, trui - van (en) - órdenes, responsabilidad - Magna Carta (pt) - plaint (en) - aceite de cacahuete — aardnotenolie, arachideolie - hortaliza, legumbre, verdura — gewas, groente, plantaardig - cebollino - estate, estate of the realm, the three estates (en) - first estate, Lords Spiritual (en) - Liberal Democrat Party (en) - condado — gewest, gouw, graafschap, provincie - bedel — bode, pedel - expatriado — emigrant, uitwijkeling, wie buiten het vaderland woont - abuela, abuela materna, abuelita, nana — bomma, bonbonneke, grootje, grootmama, grootmoeder, grootouder, oma, opoe - ponce (en) - dependienta, dependiente, vendedera, vendedor, vendedora — bediende, griffier, kantoorbediende, kantoorpik, pennelikker, verkoopster, verkoper, winkeljuffrouw - seguro — verzekering - cuenta corriente — lopende rekening, privérekening, rekening-courant, salarisrekening - momento, rato, soplo, un poco, un poquito, un segundo — beetje, minuut, moment, ogenblik, poosje, punt, seconde, tel, tijdje, tijdstip - frio (pt) - fabricado, inventado, maquiado, pintado (pt) - unratable (en)[Domaine]

Bretaña (n.f.) • Gran Bretaña (n.f.) • Verenigd Koninkrijk (n. neu.)