Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.032s
klasse; stand; eersteklas; kl.; maatschappelijke klasse — aula; classe; classe social[ClasseHyper.]
sociology (en)[Domaine]
Group (en)[Domaine]
de mensen, men, natie, oudelui, ouders, ouwelui — as pessoas, gente, pessoa, população - canaille, crapuul, gemeen, gepeupel, goegemeente, grauw, janhagel, lui, massa, plebs, publiek, racaille, rapaille, voetvolk, volk — em geral o púplico, gente, nação, pessoal, pessoas, vulgo[Hyper.]
class structure (en)[membre]
beschouwen als, classificeren, clusteren, groeperen, indelen, klasseren, onderbrengen, plaatsen in, rangschikken, rubriceren, sorteren, uitspitten, uitzoeken — classificar, incluir, separar, subordinar - degraderen — relegar[Dérivé]
gemeenschap, maatschappij, samenleving, society, wereld — sociedade[Desc]
domain, world (en) - age class (en) - boerenbedrijf, landbouwbedrijf - broederschap, confrérie, confrèrie, corps, studentencorps — associação, fraternidade, irmandade, ordem - estate, estate of the realm, the three estates (en) - arbeidersklasse, Labour, proletariaat — Classe trabalhadora, daràluz, proletariado - lower class, underclass (en) - bourgeoisie, burgerij, burgerstand, middengroep, middenklasse, middenstand — burguesia, Classe Media, Classe Média, Classe-média - booboisie (en) - burgerij, burgerstand — plebe - boerenbevolking, plattelanders, plattelandsbevolking — campesinato, população rural - demi-mondaine, demi-monde — submundo - dodenrijk, milieu, onderwereld, penoze — submundo - yeomanry (en) - kaste — casta - kaste — Casta, castas - beau-monde, bovenlaag, elite, hogere stand, voorname stand — classe alta - ninja - firing line (en) - immigrant class (en) - center, centre (en) - old school (en) - afzetgebied, afzetmarkt, markt — mercado, saída - ambachtslui ''m, gilde, kunstindustrie, kunstnijverheid, stielmannen ''m, vaklui ''m — ordem - mulher - stam, volksstam — gente, tribo[Spéc.]
beschouwen als, classificeren, clusteren, groeperen, indelen, klasseren, onderbrengen, plaatsen in, rangschikken, rubriceren, sorteren, uitspitten, uitzoeken — classificar, incluir, separar, subordinar - degraderen — relegar - класов (bg)[Dérivé]
aula (n.f.) • classe (n.f.) • classe social (n.) • eersteklas (n.) • estrato (n.) • kl. (n.) • klas (n.f.) • klasse (n.f.) • laag (n.f.) • maatschappelijke klasse (n.) • stand (n.m.)
-