Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.016s
pitié (sympathie envers celui qui souffre) (fr)[Classe]
factotum (en)[Domaine]
EmotionalState (en)[Domaine]
beklagen, delen, medelijden hebben met, meeleven, meevoelen, ontfermen over zich, reclameren, te doen hebben met — apiedar-se de, compadecer-se, compadecer-se de, lamentar, lastimar, ter dó de, ter pena de, ter piedade de - medelijden hebben, meelijden, sympathiseren — condoer-se, simpatizar - arm, arme, armoedig, armzalig, beklagenswaardig, ellendig, kommerlijk, meelijwekkend, miserabel, triest, zielig — azarado, coitado, deplorável, desprezível, lamentável, lamentoso, lastimável, lastimoso, miserável, pobre, triste[Dérivé]
beklagen, delen, medelijden hebben met, meeleven, meevoelen, ontfermen over zich, reclameren, te doen hebben met — apiedar-se de, compadecer-se, compadecer-se de, lamentar, lastimar, ter dó de, ter pena de, ter piedade de - medelijden hebben, meelijden, sympathiseren — condoer-se, simpatizar[Dérivé]
coisa lamentável (n.) • compaixão (n.f.) • compassie (n.f.) • dó (n.) • kompassie (n.f.) • medeleven (n. neu.) • medelijden (n.) • meedogendheid (n.f.) • piedade (n.)
-