Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.0s
aandoening, aandrang, aandrift, affect, affectie, emotie, gemoedsaandoening, gemoedsbeweging, geneigdheid, gevoel, gevoelen, inclinatie, neiging — afeição, senso, sentimento - aandoening, affect, emotie, gemoedsaandoening, gemoedsbeweging, gevoel, gevoelen, ontroering, sentiment — abalo, comoção, emoção, Emoções, sentimento[Hyper.]
ongelukkig — triste - balen, ongelukkig — infeliz, triste - treurig, verdrietig — destestável, pesaroso, triste[Dérivé]
levensgeluk, levenslust, levensvreugde, welbehagen — alegria, bem, bem-estar, felicidade, haveres[Ant.]
melancholie, somberheid, weemoed, zieleleed, zielepijn, zielsleed, zielsverdriet — desconsolo, melancolia - melancholie, weemoed — melancolia - tristeza - Solidao, solidão - huilerigheid — carácter lacrimoso - bedroefdheid, droefenis, droefheid, harteleed, hartenleed, kommer, leed, pijn, rouw, smart, spijt, treurigheid, treurnis, triestheid, verdriet, wee — desgosto, dor, mágoa, tristeza - berouw, leedwezen, spijt — arrependimento, mágoa, pena, pesar, remorso, terpena, tristeza - cheerlessness, uncheerfulness (en) - depressie, gedeprimeerdheid — depressão - moedeloosheid — depressão, melancolia - mishagen, misnoegen, ongenoegen, ontevredenheid, onvrede — desagrado, descontentamento, discontentamento, insatisfação - bedruktheid, gebroken hart, harteleed, hartenleed, hartenpijn, hartepijn, hartzeer, somberheid, somberte, verdriet, zieleleed, zielenleed, zielenpijn, zielepijn — amargura, desgosto, desilusão, dor, pesar, tristeza - heaviness (en)[Spéc.]
ongelukkig — triste - balen, ongelukkig — infeliz, triste - treurig, verdrietig — destestável, pesaroso, triste[Dérivé]
levensgeluk, levenslust, levensvreugde, welbehagen — alegria, bem, bem-estar, felicidade, haveres[Ant.]
-