Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.016s
felicidade; ventura — geluk[Classe]
prazer; gosto — plezier; genoegen; genot; gein; pret; schik; welgevallen[Classe]
alegria; prazer — vreugde; blijdschap; blijheid; feeststemming[Classe]
satisfação; contentamento — voldoening; ingenomenheid; bevrediging; tevredenheid; genoegen; genoegdoening[ClasseHyper.]
alegria, bem, bem-estar, felicidade, haveres — levensgeluk, levenslust, levensvreugde, welbehagen[Hyper.]
bevredigen, genoegen schenken - agradar, contentar, satisfazer — bevredigen, tevredenstellen, verblijden, vergenoegen, verheugen, voldoen, voldoening geven, voldoening schenken, volstaan - superar a situação — er het beste van maken, genoegen nemen met, zich tevredenstellen met[Nominalisation]
contente, realizado, satisfeito — bevredigd, content, tevreden, voldaan[Propriété~]
satisfação — tevredenheid, vergenoegdheid, voldoening[Spéc.]
superar a situação — er het beste van maken, genoegen nemen met, zich tevredenstellen met[Dérivé]
bevrediging (n.f.) • contente (n.) • genoegdoening (n.f.) • genoegen (n. neu.) • ingenomenheid (n.f.) • realizado (n.) • satisfação (n.m.) • satisfeito (n.) • tevredenheid (n.f.) • voldoening (n.f.)
-