Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.0s
bevreemding; verrassing; verbazing; verwondering; overrompeling — surpresa; espanto[Classe]
frayeur (grande peur) (fr)[Classe]
verbijstering, verstomming — estupefacção[Hyper.]
aangrijpen, aanpakken, onthutsen, ontstellen, ontzetten, schokken, traumatiseren — chocar - aangrijpen, aanpakken, choqueren, diep treffen, onthutsen, ontstellen, ontzetten, schokken, shockeren, van streek brengen — chocar, transtornar - aanstoot geven, schandaliseren, schandalizeren, verontwaardigen — escandalizar, horrorizar, insultar, ofender - verbaasd doen staan, verbijsteren, verbluffen — atordoar, entontecer, entorpecer, estupefazer, estupeficar[Dérivé]
aangrijpen, aanpakken, onthutsen, ontstellen, ontzetten, schokken, traumatiseren — chocar - aangrijpen, aanpakken, choqueren, diep treffen, onthutsen, ontstellen, ontzetten, schokken, shockeren, van streek brengen — chocar, transtornar - aanstoot geven, schandaliseren, schandalizeren, verontwaardigen — escandalizar, horrorizar, insultar, ofender - verbaasd doen staan, verbijsteren, verbluffen — atordoar, entontecer, entorpecer, estupefazer, estupeficar - шоков (bg)[Dérivé]
atordoamento (n.) • bedwelming (n.f.) • choque (n.m.) • entorpecimento (n.) • schok (n.) • verdoving (n.) • versuftheid (n.f.)
-