Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.015s
événement aléatoire (fr)[ClasseHyper.]
(politiek; beleid) — (política)[termes liés]
accident, auto-ongeluk, toeval, toevalligheid — acaso, acidente, azar, coincidência[Hyper.]
onzeker, toevallig, willekeurig — aleatório, fortuito - afspelen, gebeuren, gebeuren met of aan, geschieden, gevallen, omgaan, optreden, overkomen, passeren, plaatsgrijpen, plaatshebben, plaatsvinden, spelen, voltrekken, voorkomen, zich afspelen — acontecer, ocorrer, possuir[Dérivé]
acaso (n.) • casualidade (n.) • coberta (n.) • destino (n.) • sorte (n.) • ventura (n.)
-