» 

dicionario analógico

morceau (en) - bladmuziek, muziekpartitura - arrangement, zettingarranjo, arrumação, entendimento - realisation, realization (en) - interludium, intermezzo, tussenspelIntermezzo - solo, solo-optredensolo - duet, duo, span, stel, stelletje, tweespandueto, duo - drietal, trioTrio - kwartetquarteto, Quartetos musicais - kwintetquinteto - sextetsexteto - septetsepteto - octetocteto - bagatelle (en) - divertimento, serenade, zanghuldeserenata - beurtzangcânone - etudeestudo - arcadia, herdersroman, pastorale, zendbriefpastoral - toccatatocata - fantasiefantasia - passagepassagem - allegro (en) - deelmovimento - largo - larghetto (en) - suitesuíte - Poema Sinfónico, Poema Sinfônico, Poemas sinfónicos - medley, pastiche, potpourri, wisselslagmiscelânea, Pout-pourri - nocturnenocturno, noturno - adágio - cantus, chanson, gez., gezang, het zingen, kerkgezang, kerkzang, lied, liedje, nummer, popsong, song, zangcanção, Canções, cantiga - studieestudo - capricciocapricho - motetmoteto - música programática - peşrev (tr) - taksim (tr) - allegretto (en) - andante (en) - introit (en) - incidental music (en)[Spéc.]

componeren, komponeren, samenstellen, toonzettencompor, escrever[Dérivé]

besluit, finale, naspel, nazang, postludium, slot, slotscène, slotstukCoda[Desc]

composição (n.) • Composição Musical (n.) • compositie (n.) • muziekje (n.) • muziekstuk (n. neu.) • muziekwerk (n. neu.) • op. (n.) • opus (n. neu.) • stuk (n. neu.) • toonzetting (n.f.)

-