Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.016s
factotum (en)[Domaine]
measurementReading (en)[Domaine]
gegeven — datum, facto, informação[Hyper.]
afmeten, de maat nemen, meten, methode, opmeten, uitmeten — medir, mensurar, pesar[Nominalisation]
aanduiden, aangeven, aanwijzen, beredeneren, betogen, indiceren, pleiten, rationaliseren, tonen — indicar - aanwijzen, aflezen, opnemen, optekenen, registreren, tapen — ler, marcar, mostrar, registar[Dérivé]
ell (en)[Syntagme]
t., tijd, van... uur — horas - miles per hour, mph (en)[Spéc.]
experiment, het meten, maatstelsel, meten, meting, onderzoeking, probeersel, proef, proefneming, test, toets, toetssteen — medição, medida, medidas, mensuração - aanduiden, aangeven, aanwijzen, beredeneren, betogen, indiceren, pleiten, rationaliseren, tonen — indicar - aanwijzen, aflezen, opnemen, optekenen, registreren, tapen — ler, marcar, mostrar, registar[Dérivé]
meten — medir[GenV+comp]
compasso (n.m.) • dado (n.) • leitura (n.) • maat (n.f.) • maatstaf (n.m.) • medida (n.f.) • meterstand (n.) • meting (n.f.) • opmeting (n.f.)
-