Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.0s
viga — balk; bint; weversboom[ClasseHyper.]
production d'une scierie (fr)[ClasseParExt.]
(veel)[Caract.]
(espessura) — (taaiheid; dikvloeibaarheid; dikte)[Caract.]
structural member (en) - pedaço[Hyper.]
box beam, box girder (en) - arco de ponte, balanço, Cantilever, escora saliente, viga — console - barrote, biga, trave — draagbalk, draagkussen, schraagbalk, steunbalk - header (en) - dintel, Lintel — bovendrempel - barrote, caibro, trave, viga, viga do sobrado — legger, rib, schoor, steunbalk, stutbalk, vloerbalk - quilha — kiel, scheepskiel - carlinga, sobrequilha - trave, viga — dakspant, dakspar, spanrib, spant, spantrib, spar - rider plate (en) - trave horisontal — daklijn, daklijst, nok, nokbalk, nokbint, vorstbalk - shore, shoring (en) - das, moerbalk, moerbint, strop, stropdas, veterschoen - viga — dakbalk, houtwaren, timmerhout, werkhout, zaaghout - barra, poste, suporte, tirante, travessa, travessão, viga — baar, dwarsbalk, dwarshout, dwarsstuk, kalf, kruisbalk, staaf, stang, traverse[Spéc.]
bosque, madeira — boomgewas, geboomte, hout, houtgewas, houtsoort[Element]
balk (n.m.) • biels (n.) • bint (n.) • trave (n.) • viga (n.f.) • weversboom (n.)
-