Conteùdo de sensagent
Últimas investigações no dicionário :
calculado em 0.016s
assemblage, bijeenkomst, bijeenzijn, montage, samenkomst, samenzijn — rassemblement[Hyper.]
aantreffen, ontmoeten, tegenkomen, treffen, vergaderen, zich groeperen — regrouper, réunir - bewegen, bijeenkomen, elkaar ontmoeten, omgaan, omspringen, optrekken, samenkomen, verenigen, verzamelen — se réunir[Dérivé]
afspraak, afspraakje, plaats van samenkomst, samenkomst — rendez-vous - jamsession, sessie, zitting — réunion, séance, session - socialisatie — socialisation - bezoek — visite - visite - bezoek, huisbezoek, insp., inspectie, inspectiedienst, kerkvisitatie, visitatie, visite — visite[Spéc.]
aantreffen, ontmoeten, tegenkomen, treffen, vergaderen, zich groeperen — regrouper, réunir - bewegen, bijeenkomen, elkaar ontmoeten, omgaan, omspringen, optrekken, samenkomen, verenigen, verzamelen — se réunir[Dérivé]
ontmoeting (n.f.) • réunion (n.f.) • treffen (n. neu.)
-