» 

dicionario analógico

actividad, animación, ocupación, quehaceractief, activiteit, aktiviteit, bedrijvigheid, bezigheid, drukte, occupatie, werking, werkzaamheden, werkzaamheid[Hyper.]

aliviar, ayudarhelpen, helpen verminderen, meehelpen, uithalen - ajudar (pt) - atender, ocuparse debedienen, besteden aan aandacht, erbarmen, helpen, hoeden, omkijken, ontfermen, passen, toezien, waken, zorgen - asistir, auxiliar, ayudar, servirbedienen, bijstaan, gerieven, helpen, hulp verlenen, meehelpen, meewerken, pousseren, van dienst zijn, vooruithelpen - aportar a, ayudar, colaborar en, contribuir, contribuir a, intervenir, intervenir en, participar, participar en, presentarse a, subvenir a, tomar parte enbijdragen aan, bijdragen in, bijdragen tot, deelnemen aan, deelnemen in, een bijdrage leveren aan, mededelen, meedelen, meedoen, meedoen aan, meewerken aan, participeren in, tegemoetkomen in de kosten, zich opgeven voor - bijstaan, gerug(ge)steund, geruggensteund, geruggesteund, gerugsteund, helpen, meehelpen, meewerken, pousseren, ruggensteunen, ruggesteunen, rugsteunen, uithalen, vooruithelpen[Dérivé]

autoayudazelfhulp - facilitaciónfaciliteit, voorziening - recurso - thanks (en) - apoyo, arrimo, auxilio, ayuda, prestación de ayuda, socorrobijstand, geruststelling, hulp, hulpbetoon, hulpverlening, ondersteuning, steun - lift (en) - favor, serviciodienst, dienstbetoon, dienstverlening, gunst, service - accommodatie - estímulo, fomento, impulso, incitación, instigaciónaansporing, drempelverlaging, duw omhoog - apoyo, arrimo, soportebemoediging, ondersteuning, steun, steunpilaar, support - ayuda, manohandreiking, hulp - comfort (en) - assistance technique, technical assistance (fr)[Spéc.]

aliviar, ayudarhelpen, helpen verminderen, meehelpen, uithalen - ajudar (pt) - atender, ocuparse debedienen, besteden aan aandacht, erbarmen, helpen, hoeden, omkijken, ontfermen, passen, toezien, waken, zorgen - asistir, auxiliar, ayudar, servirbedienen, bijstaan, gerieven, helpen, hulp verlenen, meehelpen, meewerken, pousseren, van dienst zijn, vooruithelpen - aportar a, ayudar, colaborar en, contribuir, contribuir a, intervenir, intervenir en, participar, participar en, presentarse a, subvenir a, tomar parte enbijdragen aan, bijdragen in, bijdragen tot, deelnemen aan, deelnemen in, een bijdrage leveren aan, mededelen, meedelen, meedoen, meedoen aan, meewerken aan, participeren in, tegemoetkomen in de kosten, zich opgeven voor - bijstaan, gerug(ge)steund, geruggensteund, geruggesteund, gerugsteund, helpen, meehelpen, meewerken, pousseren, ruggensteunen, ruggesteunen, rugsteunen, uithalen, vooruithelpen[Dérivé]

asistencia (n.) • assistentie (n.f.) • auxilio (n.) • ayuda (n.) • bijstand (n.m.) • dienst (n.) • hulp (n.) • hulpbetoon (n. neu.) • hulpverlening (n.f.) • mano (n.) • medewerking (n.f.) • servicio (n.)

-