mismanagement, wanbeleid - wetgeving — legislação - trust busting (en)[Spéc.]

regeren — dirigir, gerir, reger - aan de macht zijn, gebieden, heersen, heersen over, overheersen, regeren — estar no poder, gerir, governar, reger, reinar[Dérivé]

reformistisch — progresista, progressista - allegiant (en) - federal - unitário - minimalist (en) - Reforma agraria, Reforma Agrária - geldsmijterij - price-fixing (en) - decentralisatie, decentralisme — devolução - destabilisation, destabilization (en) - protestmars - government (en) - politicologie, politieke wetenschap, staatkunde, staatsleer, staatswetenschap — Ciência Política, política - betutteling, bevoogding, paternalisme — paternalismo - beginselprogramma, beginselverklaring, intentieverklaring, manifest, pronunciamento — manifesto - autoriteit, autoriteiten, bestuur, bewind, gezag, gezagsdragers, gouvernement, heerschap, landsregering, overheid, regering, regiem, regime, troon — autoridades, governo - event planner (en) - leergeld, lesgeld, premie, verzekeringspremie — prémio, prima, recompensa - ambt, kracht — cargo - anarchie, chaos, regeringloosheid, wetteloosheid — anarquia - zero-coupon bond (en)[Domaine]

administração (n.) • beleid (n. neu.) • bestuur (n.) • gouvernement (n. neu.) • governação (n.) • governo (n.) • leiding (n.) • politiek (n.f.) • regering (n.f.) • regeringsbeleid (n.) • regeringspolitiek (n.) • regime (n.)