turismo, visita aos monumentos — toerisme, toeristenindustrie, toeristenverkeer, vreemdelingenverkeer - pesca, pescas — visserij - afslachting, bloedbad, moordpartij, slachting, slachtpartij - storage (en) - indústria — industrie, nijverheid, productieproces, produktieproces - campo de acção — sector - employee-owned business, employee-owned enterprise (en) - finança — betalingsverkeer, geldverkeer - discount business (en) - real-estate business (en) - Publicidade - emissão, publicação, publicitação, transmissão — bekendmaking, emissie, het uitgeven, publicatie, publikatie, uitgave, uitgeverij, uitgeversbedrijf, uitgifte - boekdrukkunst, drukkunst, grafiek - packaging (en) - agricultura, agro-indústria, Agronegocio, agronegócio — agricultuur, agro-industrie, akkerbouw, bio-industrie, landbouw, landbouwbedrijf, landbouwindustrie - Edificio, edifício, prédio — bebouwing, bouw, bouwbedrijf, bouwnijverheid, bouwsector, bouwsektor, bouwvak, gebouw - expedição, transporte — navigatie, scheepvaart, scheepvaartverkeer, transport, vaart, vervoer, vervrachting - aventura — avontuur[Spéc.]

em serviço — voor zaken[Dérivé]

atividade comercial[Desc]

lento - hostil — oorlogszuchtig, vijandig - físico - intangible (en) - overcapitalisation, overcapitalization (en) - funcionamento, operação — werking - negócio - administração, gerenciamento, gestão — adm., administratie, regulatie - handelshuis, instituut - casa de jogo — gokhol, gokhuis, goktent, speelbank, speelgelegenheid, speelhuis - astúcia, astucidade, sagacidade — scherpzinnigheid, slimheid, spitsheid, spitsvondigheid - Chinês, cine, cinema, indústria cinematográfica — bios, bioscoop, bioscoopfilm, celluloid, cinema, film, filmtheater, rolprent - businesspeople, business people (en) - mundo dos negócios — zakenleven, zakenwereld - empresas, firma, organizações empresariais — aangelegenheid, akte, bedrijf, bedrijfsorganisatie, firma, handel, handelsonderneming, handelszaak, huis, onderneming - capitalista — kapitalist, kapitaliste, plutocraat - parceiro, sócio — compagnon, deelgenoot - jogador — speler - meios financeiros - estagnação — stagnatie, stilstand, stiltegordel, stremming - privatizar — in particulier bezit brengen, in particulier bezit terugbrengen, in partikulier bezit brengen, in partikulier bezit terugbrengen, in privébezit brengen, in privébezit terugbrengen, privatiseren - cadeia — keten, syndicaat[Domaine]

business (n.) • comércio (n.) • commerce (n.) • commercie (n.f.) • handel (n.) • handelsverkeer (n. neu.) • negócio (n.) • zaak (n.f.)