stratification (en) - juxtapositie — justaposição - interposition, intervention, knifing-through (en) - oriëntatie — orientação - beplanting, sieraanplanting — plantações - inplanting — implantação, transplantação - repositioning (en) - set (en) - superposition (en) - applicatuur, greep, vingertechniek, vingerzetting — digitação - superposition (en) - repérage (fr)[Spéc.]

positionable (en) - neerstrijken, vestigen - deponeren, doen, leggen, neerleggen, neerzetten, opstellen, poseren, steken, stoppen, zetten — carregar, colocar, meter, pôr, posar - emplace (en) - afzetten, neerzetten — depositar, pôr, pousar, situar - colocar, pôr, posicionar, situar - plaatsen — colocar[Dérivé]

colocação (n.) • ligging (n.f.) • orientação (n.m.) • oriëntatie (n.f.) • oriëntering (n.f.) • plaatsing (n.f.) • placement (n.) • posicionamento (n.) • tafelschikking (n.)